Hoe omgaan met problemen bij de kinderen tijdens en na de scheiding?
Het is eerst en vooral de manier van omgaan met conflicten die van belang is:
- woede en conflicten moeten de kinderen leren als normaal beschouwen in de zin dat ze in de beste gezinnen voorkomen. Het kind moet zien dat de ouders hun problemen kunnen oplossen en dat zij na ruzie zich kunnen herpakken en het kind dan kunnen ondersteunen. Belangrijk is ook dat de ouders zich kunnen verontschuldigen, dat ze spijt betuigen terwijl de kinderen erbij zijn. De meest negatieve invloed komt van steeds terugkerende en zeer frequente conflicten die zelden worden bijgelegd of van ruzies waar gebeurtenissen van lang geleden steeds weer opgerakeld worden.
- kinderen zijn erg gevoelig voor conflicten tussen de ouders, vooral als er hechtingsproblemen ontstaan met de afwezige ouder. Er kan ook sprake zijn van rolomkering of ze kunnen moeilijk omgaan met hun emoties (dit kan de relaties met leeftijdgenoten of op school ongunstig beïnvloeden).
- onderdrukte of verborgen conflicten kunnen nog schadelijker zijn. Bijv. het kind voelt aan dat de ouders minder affectief met elkaar omgaan, dat er een hatelijk stilzwijgen heerst. Er wordt een subtiele koude oorlog gevoerd die nog moeilijker is op te lossen dat openlijke ruzie.
- zeer jonge kinderen reageren met wanhoop, schreien, vreesachtig gedrag, angst, nachtmerries, regressief gedrag. Zij kunnen niet tussenbeide komen, maar proberen de aandacht van de problemen af te leiden door onaangepast gedrag.
- Rond 5 à 6 jaar proberen de kinderen tussenbeide te komen, ze willen dat hun ouders ermee stoppen. Zij kunnen ‘kleine volwassenen’ worden en er ontstaat een vorm van rolomkering waarbij de ouders afhankelijk worden van de kinderen.
- 12-16 jaar: op deze leeftijd willen veel kinderen bemiddelen, maar ze kunnen nog meer overstuur raken doordat ze de ernst van de situatie beter beseffen.
Veel problemen kunnen worden voorkomen of verholpen als de ouders op een open en eerlijke wijze met elkaar communiceren. Hun behoeften en wensen moeten ze helder uiten. Ze moeten zich beperken tot de feiten en de ander niet meteen aanvallen. Bijvoorbeeld:
De ouder heeft geld nodig van de ander:
Wat zij niet moet zeggen: 'Ik weet dat je je van de kinderen niets aantrekt, maar je moet betalen voor de crèche'.
Wat zij in dit geval wel kan zeggen: 'Ik ga een opleiding volgen. Om de kinderen naar de crèche te laten gaan, zal dat 500€ kosten per maand'. Hier beperkt de ouder zich tot de feiten en laat de ander de kans een voorstel te doen.
Wat de ouder niet moet zeggen: 'Als je denkt dat ik ga bedelen bij jou, dat zeker niet, je moet mij gewoon betalen'.
Wat zij wel kan zeggen: 'Ik maak mij zorgen over hoe ik dat allemaal zal betalen'.
Vaak is het een goede zaak een moeilijk gesprek eerst te oefenen met een onbevooroordeeld iemand die het vertrouwen heeft van de ouder.
Daarnaast moet de houding tegenover de kinderen geïnspireerd worden vanuit het belang van het kind. Hiervoor kunnen de volgende adviezen nuttig zijn:
(1) de kinderen duidelijk maken dat het niets met hen te maken heeft en dat zij niets kunnen doen om de scheiding te voorkomen of om de relatie te herstellen. Het gaat om een probleem in de relatie tussen de ouders en niet om een probleem in de ouder-kind relatie.
(2) Bewaar in de mate van het mogelijke stabiliteit in het gezinsleven (in hetzelfde huis blijven, naar dezelfde school blijven gaan, dezelfde vrienden behouden, enzovoort).
(3) Vermijd triangulatie en probeer het kind niet in jouw eigen kamp te krijgen; het kind niet laten delen in de negatieve gevoelens tgo de andere ouder.
(4) Leg er de nadruk op dat heel veel gezinnen te maken hebben met scheiding (1/3) en dat in de meeste gevallen de gezinsleden de problemen weten op te lossen en er zelfs sterker van worden.
(5) De kinderen krijgen nu te maken met twee huishoudens: de nieuwe routines en regels moeten verduidelijkt worden; ook de omgangsregeling moet vastgelegd worden en er moet overlegd kunnen worden (rol therapeut!).
(6) Ten gevolge van de stress hebben sommige ouders na de scheiding moeite met disciplineren, met consistent en consequent doen navolgen van de regels. Ook mogen ze de regels die de andere ouder stelt niet ondermijnen. De ouders moeten weten om te gaan met de gedragsproblemen die tijdens of na de scheiding bij de kinderen opduiken.
(7) De school en de familie kunnen een positieve rol spelen op voorwaarde dat er begrip is voor de tijdelijke aanpassingsproblemen van de kinderen als gevolg van de scheiding. De ouders moeten daarom leren de situatie van het kind aan de leerkrachten of aan de familieleden uit te leggen. Zij moeten ervan op de hoogte zijn dat het kind concentratieproblemen kan hebben of dat het zich terugtrekt. Vaak komt het voor dat de grootouders of andere familieleden van de kant van de ouder die niet het toezicht heeft over het kind hun ondersteunende rol verliezen. De hulpverlener kan hier proberen de contacten te herstellen omdat precies in deze periode het kind veel steun nodig heeft.
(8) Ook de ouders kunnen behoefte hebben aan ondersteuning, door bijvoorbeeld regelmatige gesprekken waarin zij hun hart kunnen luchten of door deelname aan een groep van gescheiden ouders.
(9) Een rouwverwerkingsproces: de scheiding kan vaak vergeleken worden met de ervaring van overlijden van een vader, moeder of partner. Het rouwproces kan twee jaar duren en begint met woede en ontkenning, om te eindigen in berusting. Het rouwproces kent een aantal typische fasen:
- shock als voor de eerste maal gehoord wordt over de scheiding
- ongeloof of ontkenning
- onderhandelen om het gezin te proberen te herenigen
- boosheid om anderen die oorzaak zijn van de scheiding
- schuldgevoel over mede de oorzaak te zijn
- vurig verlangen naar herstel van het gezin
- depressiviteit en verdriet
- angst om verlaten te worden door de andere gezinsleden
- angst over de reacties van anderen op de scheiding
- wanhoop en hopeloosheid over het leven zonder het gezin
- opluchting dat de scheiding het einde betekende van conflicten
- aanvaarding van de scheiding
Tijdens dit rouwproces is het belangrijk de realiteit te leren onder ogen zien; men moet in detail zijn leven beschouwen zoals het was voor de scheiding, tijdens de scheiding en hoe het er later zal uitzien. De emoties moeten uitgedrukt kunnen worden. De hulpverlener moet ieder de kans geven om op eigen tempo dit proces te doorlopen en hen hierbij ondersteunen. Sommige volwassenen en kinderen doen dit liever alleen in individuele sessies; andere hebben meer baat met anderen erbij (de ouder die toezicht heeft, leeftijdgenoten die hetzelfde meemaken). Bij verjaardagen kan extra ondersteuning van belang zijn.