2. drie casussen

CASUS 1


Mevrouw Bisschops is vier jaar geleden gescheiden na dertien jaar huwelijk. Haar zoontjes waren toen respectievelijk zes en acht jaar oud. Het huwelijk is vanaf het begin moeilijk geweest. Haar man was ziekelijk jaloers op de collega's van moeder op haar werk. Zij kon nooit iets goed doen en hij deed haar opzettelijk verdriet aan. Hij verstoorde ook haar contact met familie en vrienden. Hoe meer mevrouw Bisschops zich inspande, hoe meer ze zich voor hem moest uitsloven. Na drie jaar huwelijk wou ze van hem scheiden. Door zijn smeken en goede voornemens kon haar man haar toen overhalen om bij hem te blijven en ze heeft haar werk toen opgezegd. Na dertien jaar is haar man zelf van haar weggegaan. Hij zei dat hij op haar was uitgekeken en ging met een vriendin samenwonen.


De rechter wees de kinderen toe aan de moeder en er werd aan de vader een normaal ongangsrecht toegekend van vrijdagavond tot zondagavond om de twee weken. De eerste twee jaar verliep dit redelijk. Toen echter werd door toedoen van de vader de moeder haar woning uitgezet omdat zij de huur niet zou betalen. Die woning was eigendom van vaders familie. Vanaf dat moment werd de omgangsregeling heel problematisch. Deze situatie wordt door beide ouders heel verschillend geïnterpreteerd.


Volgens de moeder weigeren haar kinderen verder contact met hun vader. Hij zou hen gedreigd hebben met een plaatsing in een instelling. De kinderen waren altijd bang dat hij hen na een weekend niet terug naar hun mama zou brengen. Hij treiterde hen door bijvoorbeeld bij het terugbrengen voorbij haar huis te rijden. Toen de broertjes met vader op vakantie mee moesten, zijn zij weggelopen. De politie kwam er aan te pas. Mevrouw Bisschops zegt verder dat haar ex niet goed voor de kinderen zorgde. Hij keek niet naar hen om. Hij heeft en had geen band met zijn kinderen. Hij heeft ook tegenover de kinderen een heel negatief beeld opgehangen over haar, wat haar erg kwetste.


De vader wil blijven vechten voor zijn kinderen. Hij heeft ze nu al twee jaar niet meer gezien. Als hij naar het huis van zijn ex gaat, verloopt het contact via de parlofoon. Voorheen had hij een goed contact met de kinderen, maar af en toe waren er problemen. De kinderen kwamen bijvoorbeeld met vuile kleren aan bij hem of hij werd gedwongen met hen op doktersbezoek te gaan. Toen hij een vakantie met de kinderen had gepland, zorgde zijn ex ervoor dat haar vakantie precies in die periode viel. Hij had zijn kinderen eens gezien op een buurtfeest, maar zijn ex daagde hem en zijn vriendin uit; volgens de vader durfden zijn kinderen hem niet aan te kijken en "ze liepen als hondjes aan de leidband".


Bij de psycholoog heeft de vader de kinderen gezien. Hij reageerde toen heel emotioneel. De kinderen repliceerden dat vader hun medelijden wil opwekken. Volgens de vader hoort hij hierin de woorden van zijn ex. Hij heeft toen aan zijn kinderen zijn mening gezegd en dat is hard aangekomen. Vanaf dat moment is er geen contact meer. De psycholoog heeft het opgegeven.


Volgens de vader staan de kinderen onder druk van hun moeder. Ze moeten naar haar pijpen dansen. Ze hebben geen schrik van hem, wel van hun moeder. Hij is bezorgd over de psychische toestand van zijn kinderen en over hun verdere ontwikkeling. Hij vindt dat zij nu erg rigide worden opgevoed. Hij is van mening dat de oorzaak van die problemen moet worden weggenomen en dat is de houding van de moeder. Het negatieve beeld dat de kinderen van hem hebben moet worden omgebogen. Zijn ex kan helaas haar fouten niet toegeven. Het enige wat volgens de vader kan werken is flinke druk op moeder zetten. Hij zegt dat hij steeds zijn plichten heeft vervuld. Financieel draagt hij alle schulden en de alimentatie werd altijd betaald. De vader vindt dat zijn rechten niet worden gerespecteerd.


Ook de twee zonen kunnen hun verhaal kwijt bij de psycholoog. De oudste is erg fel, ongenuanceerd en extreem in zijn verwijten aan vader. Hij geeft aan niet meer bij zijn vader te willen gaan, noch contact met hem te willen hebben. In wat hij over zijn vader zegt klinkt een spottende, kritiserende en zeer afwijzende houding door. Om dit kracht bij te zetten. illustreert hij dit met tal van voorbeelden: hij moest eens gaan slapen zonder eten; papa en zijn  vriendin heeft hij eens naakt in bed zien liggen; hij moest zich met vuil badwater wassen; hij en zijn broertje moesten verplicht een nachtzoen geven aan vaders vriendin, enzovoort.


De oudste zegt ook dat zijn vader voor een kleinigheidje kwaad was. Hij zag dan wit van woede. Vader was vaak dronken toen hij hen naar huis reed. HIj voelde zich niet veilig in de auto. Op cafébezoek blies vader rook in het gezicht van de kinderen. Hij treiterde hen. Zijn zoon noemt hem een sadistische man. Vader loog veel. Toen zij eens op weekend bij vader waren deed hij alsof hun moeder belde en dat zij een dag langer mochten blijven. De kinderen van zijn vriendin werden voorgetrokken. Vader duldde dat zij zijn broertje pijn deden, maar als hij iets gedaan zou hebben aan haar kinderen, dan "zou hij ons vermoord hebben". Bovendien vindt hij dat papa verdriet veinsde.


Van vroeger, toen zijn ouders nog samen waren, weet hij zich nog te herinneren dat mama en papa veel ruzie hadden. Papa keek niet naar hen om. Wel heeft hij toe dat de eerste jaren na de scheiding de weekends bij vader redelijk goed liepen, maar "toen wist hijzelf nog van niets".


De oudste vindt dat vader zijn moeder financieel in de problemen brengt, door het onderhoudsgeld niet of veel te laat te betalen. Hij vindt dat een teken dat zijn vader niet van hem houdt. Hij wenst dat zij veel geld zouden hebben, zodat ze veel kunnen kopen, en dat zowel papa als zijn familie dood zouden zijn. Het zijn immers allemaal leugenaars. De kaartjes die hij van vader ontvangt op zijn verjaardag verscheurt hij meteen.


De jongste die tien jaar oud is op het moment van het onderzoek van de psycholoog is iets minder extreem in zijn kritiek op zijn vader. Hij zegt zijn vader niet zo graag te zien. Hij is liever bij zijn mama. Hij vond het niet leuk bij papa en hij geeft dezelfde voorbeelden als zijn broer. Papa durfde wel eens een klap geven als zij niet luisterden.


Vroeger, toen zijn ouders nog niet uit elkaar waren, speelde zijn vader nooit met hem en hij gaf ook niets. In een tweede gesprek met de psycholoog geeft de jongste aan papa vroeger toch nog graag gezien te hebben. Er was ruzie en het werd steeds erger. Het was altijd papa die begon. Het is papa die is weggegaan en hen in de steek heeft gelaten.


Mama spreekt soms over papa, over dingen die hij doet en eigenlijk niet door de beugel kunnen. Hij is in de volle overtuiging dat het mama is die de waarheid spreekt en het papa is die liegt. Papa verergert de situatie alsmaar. Het is de wens van de jongste dat hij en zijn mama lang kunnen leven. Hij vindt dat papa moet weggaan, meer zelfs, dat hij er niet meer zou zijn.


De adviezen bij deze casus worden verderop besproken

CASUS 2


Vader medisch specialist, moeder part time lerares, twee kinderen meisjes van 3 en 5 jaar oud. Beiden komen uit families met een zeer goede naam; nooit iets aan de hand geweest. De vader is een zachte, vriendelijke man, sociaal actief en bij zijn collega’s gerespecteerd.


Van de een of de andere dag zet moeder de vader de deur uit en beschuldigt hem van seksueel misbruik. Van omgangsregeling is geen sprake.


De ouders van de vader proberen te bemiddelen bij zijn schoonouders, maar die weigeren alle contact en staan pal achter hun dochter. De kinderen worden duidelijk opgezet tegen hun vader.


De vader probeert via de rechtbank omgangsrecht te verkrijgen; hierin slaagt hij pas na vijf jaar in en alleen het jongste dochtertje, nu 8 jaar oud, wil hem zien. De grootouders hebben al vijf jaar geen contact meer met hun kleinkinderen en lijden daar erg onder.


Ik heb de rechtbank kunnen overtuigen van de onzin van de beschuldiging van seksueel misbruik. Helaas kon ik geen contact krijgen met de moeder. Het probleem is dat een van de ouders hulp in roept en dat de hulpverlener door de andere ouder meteen bij de partij van de tegenstander wordt geplaatst. Dat is de reden waardoor de problematiek van ruzie over omgangsrecht tot het moeilijkste behoort van mijn praktijk.


Wat was er namelijk gebeurd: moeder komt uit een heel preuts gezin; dat gezinsleden elkaar naakt of zelfs halfnaakt zouden zien, was daar onvoorstelbaar. Bij de vader was dat niet zo. Hij nam de kinderen op speelse wijze wel eens bij hem in bad, maar de moeder werd hier verschrikkelijk boos over.


Over beschuldigingen van incest is veel onderzoek gedaan. Een vrij algemene conclusie is dat 10% van beschuldigingen vals zijn.  In het geval van scheiding kan dit echter oplopen tot 75%!


Vader werd altijd zeer goed gesteund door zijn collega’s. Hij heeft ondertussen ook promotie gemaakt. Vanaf het begin heb ik contact met vader.


CASUS 3


In dit gezin zijn er vier kinderen van respectievelijk 8, 10, 12 en 14 jaar oud. Beide ouders zijn 40 jaar en huwden op 24-jarige leeftijd. Vader is leraar. De moeder zorgt thuis voor de vier kinderen, waarvan er een mentaal gehandicapt is. Twee jaar geleden zijn de ouders uit elkaar gegaan na veertien jaar huwelijk. Sedertdien woont de vader bij in bij zijn ouders en de moeder is met de vier kinderen blijven wonen in de echtelijke woonst. Vader betaalt getrouw de alimentatie alsook de helft van de hypothecaire lening voor de woning. Voor vader blijft maandelijks 1300 € over; de moeder heeft 2300 €, inclusief de kinderbijslag.


In principe is er een omgangsregeling waarbij de kinderen om de twee weken op zaterdag van 10 tot 18 uur bij de vader zouden verblijven. In de praktijk komt hier al twee jaar niets van terecht. De conflicten hierover zijn al twee jaar lang aanleiding tot de hevigste conflicten waarbij alle middelen worden ingezet: kort geding, heimelijke video- en audio-opnames van de kinderen en van de echtgenote, dagvaardingen, tussenkomst van de politie, enzovoort. Om aan het bevel van de rechter te voldoen brengt de moeder bijvoorbeeld de kinderen met de auto tot voor de deur van de vader en gaat dan alleen weg. De kinderen blijven halsstarrig in de auto zitten ondanks alle smeken van de vader of van de grootouders. De politie wordt erbij gehaald. De gehele straat staat op stelten, maar de kinderen blijven in de auto. Ook bij warm weer weigeren ze te drinken. Als ze te voet worden gebracht, blijven de vier kinderen halsstarrig voor de woning staan met het hoofd naar beneden. Foto’s van een smekende hoogbejaarde oma of van een boze vader dienen als bewijsmateriaal om de gang van zaken omtrent de omgangsregeling aan te vechten. Ook schoppen de kinderen vader of ze lopen weg en worden dan door de politie teruggebracht. Tot nog toe heeft niets geholpen, noch de bevelen van de rechter, noch de bemiddeling van advocaten of van het maatschappelijk werk.


De standpunten van beide ouders staan uiteraard diametraal tegenover elkaar. De geboorte van het tweede kind, dat lijdt aan het syndroom van Down, zou het begin zijn geweest van de huwelijksproblemen. Volgens de vader heeft hij zo’n zes maanden nodig gehad om die tegenslag te verwerken. De moeder zegt dat de vader er zes maanden niet naar om heeft gekeken en toen hij er even naar keek maakte hij de opmerking: ‘Ze stinkt niet’.


De belangrijkste klacht van de vader is dat zijn ex de kinderen manipuleert om negatief te staan tegenover hem en zijn ouders. Dat begon met zijn oudste zoon die door de moeder werd opgezet om geen dingen samen te doen met de vader. Toen zette de oudste ook de andere kinderen tegen hem op. Zijn gezag werd door de moeder ondermijnd. Van haar mochten de kinderen alles doen en was hij de boeman. Twee jaar geleden struikelde het gehandicapte dochtertje en brak haar neus. De kinderen werden door de moeder verplicht te getuigen dat vader haar had geslagen. De politie is toen voor het eerst tussenbeide gekomen en had hem aangeraden ergens anders te gaan slapen. In de tussentijd veranderde de moeder de sloten van de deur, het telefoonnummer, en andere zaken. De vader is toen bij zijn ouders ingetrokken. Zijn ex zei dat hij zijn hele leven zal moeten betalen en dat ze hem kapot zal maken.


Toen vanaf het begin de omgangsregeling niet lukte, werd nog geprobeerd de kinderen ergens anders te laten komen om hun vader te zien. Ook dat liep op niets uit. Hij voelt zich het slachtoffer van de leugens van zijn ex en voelt zich gedwongen in een verdedigende positie voor zaken die hij niet heeft gedaan.


Vader wil de echtelijke woning kopen en de kinderen bij zich hebben. Hij weet dat hij voor zijn oudste zoon niet meer bestaat. Thuis neemt de oudste de vaderrol in. Volgens de vader hebben de kinderen psychologische begeleiding nodig en hij is bereid daarvoor ondersteuning te zoeken. De vader is van oordeel dat de kinderen zo snel mogelijk van de moeder weggehaald moeten worden om hen te laten opgroeien in een stabiele en normale omgeving. In dat geval zal hij een omgangsregeling met de moeder niet dwarsbomen.


Het wekt geen verbazing dat het standpunt van de moeder haaks op het standpunt van de vader staat. Volgens de moeder heeft zij veertien jaar lang veel slagen gekregen van haar man. Op de eerste dag na hun huwelijk werd haar neus gebroken. Hij kan zijn agressie niet onder controle houden. Ze heeft veel verzwegen. Hij was nooit thuis. Hij tiranniseerde het huishouden. Hij kon niet verdragen dat de kinderen tv keken of spelletjes speelden. Hij heeft als enig kind zijn ouders nooit kunnen loslaten. Zij heeft thuis andere normen meegekregen zoals eerlijkheid en oprechtheid.


Twee weken voor de scheiding heeft hij driekwart van de meubels weggehaald. Dat deed hij ’s nachts of wanneer de moeder met de kinderen ging zwemmen. Vijftien keer per dag rijdt hij voorbij de deur of staat hij plots in de tuin. Ze werd door hem lastig gevallen en gecontroleerd. Daarom heeft zij een ander telefoonnummer aangevraagd.


Volgens de moeder willen de kinderen niet naar hun vader gaan. Ze benadrukt dat ze de kinderen altijd probeert te motiveren en aan te moedigen om naar hun vader te gaan. De reden waarom de kinderen niet willen is volgens haar het verleden en het feit dat hun vader haar altijd heel slecht afschildert. Op die manier krijgen de kinderen nooit een ander beeld van hun vader. Zij is best bereid in overleg te gaan met haar ex, maar in haar ogen zijn de slaagkansen minimaal. Tijdens het huwelijksleven is ze er ook nooit in geslaagd een goed gesprek met hem te voeren.


De kinderen bevestigen het verhaal van de moeder. Zij zeggen geen goede herinneringen te hebben aan hun vader en dat hij hen sloeg.


De oudste zoon doet het goed op school. Hij behaalt goede en constante resultaten en op zijn gedrag zijn geen aanmerkingen. Van de twee jongste kinderen wordt op school gezegd dat ze graag naar school komen en zich gelukkig voelen. De schoolresultaten lijden niet onder de conflicten tussen de ouders.


Een van de laatste interventies is een maatschappelijk onderzoek op last van de rechtbank. De justitieassistenten komen tot de volgende conclusie: ‘We zijn van oordeel dat het bijna een onmogelijke zaak is om een pasklare oplossing te vinden in de huidige complexe en gespannen situatie. We hebben te maken met een uit de hand gelopen situatie, waarbij het uiterst moeilijk is om die scheefgetrokken toestand terug recht te trekken. Dit is niet langer houdbaar en het komt duidelijk de kinderen niet ten goede. Het lijkt ons meer dan aangewezen om tot een wijziging van de bestaande regeling over te gaan. De nodige rust in het leven van de kinderen moet gewaarborgd zijn, maar hoe die rust het best bekomen kan worden is een vraag waarop we helaas geen antwoord kunnen geven’. Zij stellen nog een psychologisch onderzoek voor, maar ze verwachten er blijkbaar niet veel van aangezien ze besluitend nog schrijven dat ‘de vader niet geneigd is op voorstellen in te gaan en bij de kinderen de wil ontbreekt om alsnog een band op te bouwen met hun vader’.


De vader schakelt nog een volksvertegenwoordiger die zijn verhaal ‘een flagrante illustratie vindt van de slechte werking van de organisatie van justitie’ (alsof het ministerie van Justitie de schuldige is …). In elk geval laat hij het hierbij niet zitten.


TERUG NAAR OVERZICHT 


HOME