Mascha is vier jaar oud als haar oma mij om advies vraagt. Haar ouders zijn onlangs gescheiden. Er is een omgangsregel waarbij Mascha de ene week bij haar vader en de andere week bij haar moeder verblijft. De moeder van de vader maakt zich grote zorgen over de opvoedingssituatie bij haar ex-schoondochter. Zij begint haar e-mail met een heel negatief verhaal over de moeder. Zij zou opgegroeid zijn bij een manipulatieve moeder en een ruggengraatloze vader. Hierdoor is ze heel erg onzeker en zij kan geen zelfstandigheid aan. Nu heeft ze gekozen om samen te leven met een andere man, die volgens oma een exacte kopie is van haar vader. De moeder van Mascha heeft haar zoon uitgedaagd om hem te dwingen haar eruit te gooien, bijvoorbeeld door in zijn bijzijn langdurig te telefoneren met haar nieuwe vriend. Die vriend is een collega op haar werk. Op die manier wilde zij bereiken dat er een voor haar voordelige echtscheidingsregeling zou volgen.
Volgens oma was haar zoon kapot van verdriet na dit gebeuren, maar ’dank zij de prachtmens die hij is’ is hij teruggekrabbeld; hij heeft het huis gekocht en de moeder uitbetaald. Toen was ze akkoord met een overeenkomst voor co-ouderschap waarvan hij zelf de voorwaarden op papier heeft gezet.
Het probleem is nu dat de moeder weigert te overleggen en te communiceren. Uit wat Mascha na een week verblijf bij haar moeder zegt, leidt oma af dat er kwaad over hen wordt gesproken. Oma vraagt mij of ze Mascha het advies moet geven aan haar moeder te zeggen dat ze haar daar niet mee moet lastig vallen.
Haar kleindochter is vrolijk, lief, impulsief maar de laatste tijd merkt oma een terughoudendheid en soms een uitbarsting van boosheid als er nog maar een simpele vraag gesteld wordt zoals: was het leuk bij mama of ben je naar de kermis geweest deze week? Ze weigert dan te antwoorden.
Als Mascha bij haar vader verblijft gaat ze de laatste tijd maar halve dagen naar school. Als reden heeft oma op dat Mascha te vermoeid is als ze een week bij haar moeder heeft verbleven. De huisarts had dat advies gegeven.
Oma schrijft nog het volgende: ‘Volgens mij is haar gevoel van geborgenheid aangetast. Ook is ze veel meer gehecht aan papa: komt papa nog niet thuis?, vraagt Mascha steeds opnieuw. ’s Morgens geeft ze hem wel tientallen keren knuffels en kusjes. Ze kan hem moeilijk laten gaan ‘s morgens en 's avonds zit ze aan het raam te wachten op hem. Ze wil pas beginnen eten als hij thuis is.
Vorige zondag bij de wissel wou ze niet bij mama blijven. Ze klampte zich vast aan haar papa, huilde en schreeuwde. De moeder stimuleerde dit zelfs nog door het kind te vragen: ga je dan terug mee met papa? Zij wou zelfs de beslissing bij het kind leggen en zei: neem ze dan maar terug mee! Dit is ongelooflijk! Mijn zoon trapte er niet in, want die dingen doet ze om met beschuldigende vinger te kunnen wijzen naar mijn zoon dat hij zogezegd Mascha niet heeft willen brengen. Het gevolg van heel die toestand is dat vanochtend mijn zoon een aangetekende zending heeft ontvangen. Ik weet nog niet wat daarin staat’.
Oma schrijft daarna nog een hele litanie van mogelijke fouten die de moeder van Mascha in de opvoeding maakt. Het gaat voornamelijk om de tweestrijd die deze moeder in de hand zou werken, waardoor Mascha voortdurend moet kiezen tussen de twee partijen. Oma wordt heel fel als zij de oma langs moederszijde beschrijft: ‘Deze oerconservatieve grootmoeder is een boerin van afkomst, hard, koud en streng. Zij hanteert volgens mij nog de opvoeding die boeren hun kinderen gaven in de jaren ’50 en door haar invloed op hààr dochter manipuleert zij een manier van opvoeden die niet meer geldt voor deze tijd. Ze neemt bijvoorbeeld de papfles af van Mascha omdat ze nu een grote meid moet zijn. Dit is volgens mij een achterhaalde en misschien schadelijke manier van opvoeden waar ik mij bezorgd over maak. Het doodt de levensvreugde die kinderen van nature hebben’.
Oma vraagt mij hoe zij haar kleindochter zo goed mogelijk kan helpen, zodat zij een mooie jeugd zal hebben en zich ‘vrijelijk kan ontplooien tot een evenwichtig en prachtig mens zonder schuldgevoelens, aangeleerde hypocrisie en manipulatie’. Dit kan gelezen worden als een bedekte beschuldiging aan het adres van de moeder.
Bij mijn advies let ik goed op niet in de valkuil te geraken door partij te kiezen, terwijl ik wel moet proberen deze oma het gevoel te geven dat ik haar goed begrijp. Ik doe dit met de hierna volgende reactie.
‘Jouw e-mail heb ik aandachtig gelezen. Je bent erg bezorgd over de ontwikkeling van jouw kleinkind en over de verschillen in de opvoeding bij jullie thuis en bij haar moeder of bij de familie van de moeder. Er is weliswaar een omgangsregeling, maar er zijn regelmatig spanningen en dat werkt ook door op Mascha.
Gelukkig is Mascha een vrolijk en spontaan meisje, dat ook intelligent is. Jouw vraag is wat je moet doen om jouw kleinkind de beste kansen te geven.
Om een goed advies te kunnen geven zou ik ook het verhaal van de moeder moeten horen, maar dat is natuurlijk niet mogelijk. Ik kan wel proberen een paar suggesties te doen waarover je kan nadenken, want jij en de vader van Mascha zien haar elke dag en kunnen dus weten of mijn suggesties waardevol zijn.
De scheiding van de ouders is weliswaar een ingrijpende gebeurtenis in het leven van een kind, maar meestal heeft het geen negatieve gevolgen op de lange termijn. De scheiding kan wel een ongunstig effect hebben op het kind als het gepaard gaat met veel ruzies tussen de ouders, met verdachtmakingen en roddels over en weer of als het kind partij moet kiezen tussen een van de ouders en daardoor betrokken raakt in een loyaliteitsconflict.
Ik begrijp uit jouw e-mail dat jij en de vader van Mascha proberen haar te vrijwaren van al die ellende door niet in haar bijzijn over die dingen te praten. Dat is heel goed. Het probleem is echter dat jullie zich voortdurend afvragen of de moeder en de grootmoeder van moederszijde het wel goed doen. Jij hebt heel wat kritiek op haar. Ik kan daar niet over oordelen, maar mijn nadrukkelijk advies is dat heel duidelijk gescheiden te houden. Dit wil zeggen dat jullie zich moeten concentreren op de opvoeding tijdens de dagen dat Mascha bij jullie is. Ik ben er zeker van dat jullie haar met veel liefde en warmte opvangen.
Maar als Mascha gespannen is voor of na het brengen en ophalen, dan moet je daar heel rustig op reageren. Je mag haar absoluut niet uitvragen over wat er bij haar moeder is gebeurd (want dan komt dit kind in een loyaliteitsconflict: zegt ze dat het daar zo leuk was, dan lijkt het alsof het bij jou niet zo leuk is; maar als ze zegt dat het daar niet leuk is, valt zij haar eigen moeder af). Als je voortdurend negatief denkt over de moeder en haar familie, - hoe terecht dat ook moge zijn -, dan zal dat toch blijken uit jouw houding, bijvoorbeeld als Mascha opgehaald wordt.
Mascha is nu vier jaar en het zou normaal zijn dat ze voltijds naar school gaat. De huisarts heeft nu gezegd dat ze wegens vermoeidheid slechts halve dagen mag gaan; dat moet je natuurlijk respecteren, maar dat zal toch niet eeuwig duren? Er moet duidelijk worden afgesproken wanneer ze opnieuw alle dagen zal gaan en dat moet worden doorgegeven aan de moeder.
Ik pleit er dus voor een 'zakelijke' houding aan te nemen naar de moeder toe. Dit wil zeggen dat de opvoeding bij haar thuis haar zaak is. Je probeert wel tot duidelijke afspraken te komen over belangrijke regels (hoe laat naar bed, tafelmanieren, zich normaal gedragen als ze wordt gebracht en opgehaald, enzovoort).
Dit is geen makkelijk advies, maar je kan er wel een hele hoop ellende mee besparen’.
Een dag later stuurt de oma mij al een uitvoerige reactie. Typisch is dat zij mijn passage over de negatieve gevolgen van echtscheiding als dit samen gaat met ruzies en roddels, direct projecteert op de moeder: volgens oma is zij en haar moeder de oorzaak van alle conflicten en verdachtmakingen. Oma is samen met haar zoon na mijn e-mail tot de conclusie gekomen dat zij zich moeten concentreren op de opvoeding bij hen thuis. Zij voegt er echter meteen een paar voorbeelden aan toe die moeten aantonen dat het gedrag van de moeder van Mascha een impact heeft op de situatie bij hen thuis. De moeder heeft bijvoorbeeld een eigen garderobe voor Mascha. Als zij haar dochtertje naar de vader brengt moet ze daarom haar jasje uitdoen en moeder neemt dit terug mee. Ook de laarsjes zijn van moeder. Mascha reageert hysterisch als oma ze in handen neemt en roept dan:’die zijn van mama’. Verder geeft oma fel af tegen de ex van haar zoon die hem met weinig respect zou behandelen. Oma zegt hierover: ‘ Mijn kritiek op de moeder is vooral dat zij niet het belang van het kind voor ogen heeft maar uit schuldgevoel en wrok de machtscontrole over de vader wil afdwingen’. Oma herhaalt haar vraag om advies over de vermeende negatieve invloed van de moeder op de ontwikkeling van Mascha. Zij meent dat met de moeder geen afspraken te maken zijn en vraagt zich af of een bemiddelaar ingeschakeld moet worden. Oma heeft er erg veel moeite mee dat de moeder die twaalf jaar haar schoondochter is geweest en de moeder is van haar kleinkind, nu alle communicatie weigert. Over het eerder vermelde aangetekend schrijven verneem ik niets meer.
In mijn antwoord probeer ik een zo goed mogelijk compromis te vinden tussen de verwachtingen van de oma en het voorkómen van harde confrontaties met de moeder. Verder belicht ik vooral de positieve kanten en hun rol die zij en haar zoon kunnen spelen door zich gematigd op te stellen. Ik formuleer mijn advies als volgt:
‘Het is duidelijk dat je een heel goed inzicht hebt in de voors en tegens van de opvoedingssituatie van Mascha. Het is inderdaad zo dat jullie zich best kunnen concentreren op het hier en nu van de opvoeding als Mascha bij jullie is. Ook de houding van de vader, om rustig te blijven en zich niet te laten intimideren, is perfect. Ik hoop dat hij dat kan volhouden, wat er ook moge gebeuren.
Ik begrijp jullie bezorgdheid over de andere regels die de moeder hanteert en over haar visie op de opvoeding. Daar moet je echter afstand van nemen, want de moeder zou alleen maar nog negatiever worden en vijandig. Als zelfs over de kleren geen afspraak gemaakt kan worden, is een harmonische omgangsregeling moeilijk te realiseren.
Kleine kinderen zijn heel flexibel en kunnen best omgaan met verschillende opvoedingssituaties en verschillende regels. Het belangrijkste gevaar voor de ontwikkeling zijn conflicten tussen de ouders waar de kinderen getuige van zijn of waarbij het kind door de ene ouder uitgespeeld wordt tegen de andere. Om dat te voorkomen kan jij (en de vader) dus het best je onthouden van alle kritiek op de moeder en vooral rustig blijven als ze brutaal of onbeschoft reageert. Dat is een moeilijk opdracht, maar in het belang van Mascha moeten jullie veel water in de wijn kunnen doen en de nare dingen over je heen laten gaan.
Ik heb soms te maken met zogenaamde 'vechtscheidingen' waarin de moeder er voor zorgt dat zowel de vader als de grootouders hun (klein-)kind niet meer kunnen zien. Zelfs als de rechter een omgangsregeling afdwingt kan het jaren duren eer het zover is! Onlangs werd een moeder daarvoor tot een gevangenisstraf veroordeeld (maar dan moet je wel weten, dat die zaak al vijf jaar aansleepte). Je kan dus best van al deze ellende bespaard blijven, vandaar dat je best de houding aanneemt van 'laat ons het beste hopen van de opvoeding bij de moeder'.
Het loopt dus allemaal niet zoals je wenst, maar als je mij vraagt of dit alles schadelijk is voor de ontwikkeling van Mascha, dan zou ik me toch niet al te veel zorgen maken. Zolang er een omgangsregeling is, kunnen jullie Mascha met alle warmte en liefde opvangen. Als Mascha dan ook ziet dat jullie haar moeder accepteren zoals ze is, dan is dat voor haar ook een heel goede ervaring’.
Oma reageert hier heel positief op. Ze zegt dat ze enorm gerustgesteld is en dat zij eraan werkt om diplomatisch en kalm te reageren. Ze schrijft:’Ik had het liever anders gewild, maar ik denk dat de moeder aanvaarden zoals ze is, de sleutel tot verandering kan zijn. Bovendien zijn wij dankbaar dat wij Mascha dan toch de helft van de tijd bij ons mogen hebben om haar de liefde en warmte te bieden die dit heerlijke kind verdient’.
Zes maanden later krijg ik opnieuw een e-mail van oma. Zij maakt zich grote zorgen over een stuk gevaarlijk speelgoed dat de moeder voor Mascha heeft gekocht. Ook heeft zij, zonder overleg te plegen met de vader, een piercing laten aanbrengen voor haar oorbelletjes. Haar zoon reageert daar rustig en gelaten op, maar oma vraagt zij af of in de toekomst belangrijke beslissingen ook eenzijdig bepaald zullen worden. Oma zegt haar zoon niet op te stoken, want anders zou de communicatie helemaal kunnen wegvallen, maar zij verafschuwt ‘zulke subtiele chantage’. En weerom vraagt oma mijn visie hierover en of ze geen bemiddelaar moet inschakelen.
De correspondentie hierover verloopt als volgt:
‘Het zal altijd moeilijk zijn om een gulden middenweg te vinden in de opvoeding als het gaat om co-ouderschap. Ik begrijp jouw bezorgdheid. Jouw belangrijkste klacht is het ontbreken van goed overleg en vooral dan het manipuleren.
Je vraagt mijn advies of je een bemiddelaar moet contacteren. Ik zou dat niet doen, want het kan een averechts effect hebben. Je begrijpt wellicht zelf wel dat als jij of de bemiddelaar de moeder 'iets duidelijk wil maken' zij eerder in de verdediging zal gaan. Jij en jouw zoon moeten natuurlijk zelf oordelen over deze situatie: ik weet er zelf te weinig van, maar uit ervaring weet ik dat het veel erger kan. Ik zie gezinnen waar de gescheiden ouders jarenlang ruzie maken over alles en nog wat en de kinderen tegen elkaar uitspelen. Dat is vreselijk.
Kortom, probeer het in perspectief te zien: sommig speelgoed is inderdaad gevaarlijk en de vader heeft het volste recht om zijn dochtertje op latere leeftijd zelf de keuze te laten over gaatjes in de oren. Maar als het slechts over dit soort dingen gaat waar de moeder haar zin in doordrijft, dan valt het nogal mee.
Ik hoop dat u hiermee verder kunt en dat het goed zal blijven gaan met jouw kleinkind'.
De reactie van oma hierop luidt: ‘Hartelijk dank voor het beantwoorden van mijn mail. Ik mis inderdaad het grotere geheel vanuit een brede, professionele ervaring en eigen problemen worden dan meestal ten onrechte uitvergroot. Dit neemt mijn bezorgdheid niet helemaal weg betreffende een vrije ontplooiing en ontwikkeling van mijn kleindochter.
Echter, het is een grote geruststelling dat ik deze situatie nu beter en objectiever kan inschatten en ik zal zeker uw advies ter harte nemen. Nogmaals mijn oprechte dank voor uw goede raad’.
Waarom al die haat?
Waarom kunnen mensen zich zo hatelijk tegenover elkaar gedragen, is een vraag die ik mij regelmatig stel. Bij deze casus hoor ik alleen het verhaal van de oma. Heel wat wrok- en haatgevoelens komen tussen de regels door tot uiting. In veel gevallen zou dit tot uitbarstingen komen en dan zijn de gevolgen voor het kind niet te overzien. De vader blijft er gelukkig rustig onder en doet veel water in de wijn om de lieve vrede te bewaren. Dit kan echter leiden tot verder uittesten van deze goeierd totdat ook bij hem de bom barst. Bij deze casus lijkt dit vooralsnog niet het geval te zijn. Misschien hebben mijn adviezen hiertoe bijgedragen, maar de houding van de vader is de belangrijkste protectieve factor.
Het is triest dat een kind van vier gemangeld wordt in al die ellende over en weer. Echtscheiding legt een doem over de ontwikkeling van de kinderen. Een doem die ze hun hele leven lang zullen meedragen: als kind hadden zij geen ouders die een voorbeeld waren van onvoorwaardelijke liefde. In mijn advies zeg ik wel dat als scheidingen zonder conflicten verlopen, er geen schadelijke gevolgen voor de kinderen zijn, maar dit is niet helemaal waar. In het meetbare gedrag zullen psychologen meestal geen nadelige gevolgen aantonen, maar ik kan mij niet goed voorstellen dat er geen verschil is tussen iemand die opgroeide bij ouders die, ondanks de kleine conflicten van elke dag, toch altijd voor elkaar blijven kiezen en de liefde laten overwinnen, en iemand die als kind ouders had die in ‘goede verstandhouding’ van elkaar zijn gescheiden, maar toch de belofte van trouw hebben gebroken. Een kind is heel flexibel en kan heel wat nare ervaringen aan, maar flexibiliteit kan ook betekenen dat het kind oppervlakkig wordt en nooit in staat zal zijn op onvoorwaardelijke wijze van een Ander te houden.
Als het aantal echtscheidingen een maat is voor het ethisch gehalte van een samenleving, dan leven we nu in een steeds oppervlakkiger wordende samenleving waar menselijke relaties bepaald worden door uiterlijkheden, door de materiële voordelen en door het eigenbelang. In die omstandigheden wordt het steeds moeilijker kinderen op te voeden tot verantwoordelijke volwassenen die het goede willen doen voor hun medemensen, onvoorwaardelijk en zonder een tegenprestatie te verlangen. Dan missen we ook de kans op een menswaardige samenleving. Mascha zal wellicht een vrolijke en spontane meid blijven, maar wie zal haar inspireren om haar talenten in dienst te stellen van de Ander?