jonge Marokkaanse  criminelen  beter aanpakken

nieuw boek

Samenvatting

1. de groep criminele jonge Marokkanen moet precies worden afgebakend tegenover de grote groep jonge Marokkanen die geen of weinig overlast veroorzaakt

2. een harde aanpak is nodig, maar moet altijd gecombineerd worden met een educatief programma

3. dit educatief programma moet opgezet worden in de wijk en met mensen uit die wijk

4. deskundigen en vrijwilligers werken samen. De deskundige bemiddelt om in de wijk een netwerk van solidariteit te creëren

lees eerstMarokkanen in Nederland


Een probleem dat al lang aansleept, maar toch oplosbaar is

In de veertig jaar dat ik voor de kinderbescherming werk is de groep van minderjarige delinquenten drastisch veranderd. Als directeur van het Orthopedagogisch Instituut O.G. Heldring in Zetten heb ik de eerste allochtonen zien binnenkomen. Tegenwoordig zijn Marokkanen oververtegenwoordigd in de jeugdgevangenissen. Veertig jaar geleden was er ook een plaatsgebrek in die gevangenissen en toen waren er nog nauwelijks allochtonen. Ik vraag me af waar de autochtone jonge delinquenten nu verblijven. Zijn Nederlandse jongens ondertussen minder crimineel geworden?

De overheid weet geen raad met Marokkaanse jongens die buurten onveilig maken. De deskundigen bieden ook geen oplossing en de wetenschappers laten ons helemaal in de steek. Er zijn geen Academische Centra waar jonge delinquenten worden opgenomen en waar gezocht wordt naar efficiënte behandelingsmethoden.

Er is nog nooit een sociaal probleem geweest dat onoplosbaar bleek. In feite weten we hoe Marokkaanse jongeren op het rechte pad geholpen kunnen worden. Wat ontbreekt is een doelgerichte aanpak van de kern van de problematiek en de lokale overheid moet de kans krijgen knopen door te hakken. Voor een doelgerichte aanpak is nodig dat we de groep van jonge, recidiverende criminelen duidelijk afbakenen. De meeste Marokkaanse jongens zijn  namelijk niet crimineel, sommigen beperken zich tot kleine misdrijven zoals de meeste jongeren van die leeftijd, en slechts een kleine groep staat aan het begin van een criminele carrière. Als echter op 10.000 Marokkaanse jongens er 300 echt crimineel zijn, dan kan elke dag in de krant een bericht staan over criminele Marokkanen of enkele tientallen van hen kunnen een hele wijk terroriseren. Ik doe een poging om de aanpak van die beperkte, maar gevaarlijke groep in het kort te beschrijven.

De harde aanpak is er al

Het goede nieuws is dat de politie recidiverende delinquenten vrijwel altijd weet te snappen. De Marokkaanse jongens die zoveel ellende veroorzaken in probleemwijken van diverse grote en kleine steden zijn bij de politie goed bekend. Zij kunnen misschien een tijdje hun gang gaan, ze zijn even de held in eigen kring, maar als ze niet veranderen zullen ze als volwassenen veel jaren met enkele lotgenoten in een cel verblijven met een wc-pot in de hoek, en verder zullen ze vooral veel armoede kennen.

Populisten kunnen schreeuwen om een harde aanpak, maar die is er al. Als die aanpak niet wordt gecombineerd met een educatief programma, komen de problemen steeds terug. Recidive na een verblijf in de jeugdgevangenis ligt tussen de zestig en negentig procent.

Er is geen simpele remedie

Het minder goede nieuws is dat voor gedragsverandering bij deze jongens er geen simpele remedie is. In een educatief programma moeten heel veel oorzaken tegelijkertijd en gedurende lange tijd worden aangepakt. Deze criminelen en relschoppers behoren tot de laagste sociale klasse, zij zijn mislukt op school, ze hebben niks te doen en vervelen zich op straat, hun toekomstperspectief is somber, in hun omgeving zijn er weinig positieve volwassen rolmodellen, op straat ervaren ze vooral veel misprijzen, de ouders laten het afweten zodat er weinig toezicht is. Vergeten we ook niet dat daders van geweldsdelicten ook vaker dan anderen zelf slachtoffer zijn. Bij hen is vaak sprake van haat tegen de hele wereld.

Als we die negatieve context plaatsen tegenover wat zij willen, wordt meteen duidelijk voor welke moeilijke opgave hulpverleners staan. Zoals iedereen willen deze Marokkaanse jongens status, een baan, geld, waardering, respect en veiligheid. De behandeling kan slechts slagen als hun verwachtingen worden ingelost, als hun toekomstperspectief verbetert en als de baten van sociaal gedrag de baten van hun crimineel gedrag overtreffen.

Mislukte interventies komen al te vaak voor

Vrijwel alle projecten voor jonge criminelen mislukken omdat zij geen realistisch alternatief bieden voor deze jongens. De hulpverleners zijn de representanten van de cultuur die zij haten. Zij zijn moeilijk aanspreekbaar en wat wij goed voor hen vinden interesseert hen niet.

Hulp in de wijk en vanuit de wijk

Om deze barrières te doorbreken moet eerst en vooral gezocht worden naar wat haalbaar is in hun eigen omgeving. Dit lukt het best als volwassenen uit hun eigen omgeving en cultuur daarbij worden betrokken. De gespecialiseerde hulpverleners moeten niet denken dat zij zelf veel invloed kunnen uitoefenen op deze jonge criminelen. De taak van de hulpverlener zie ik als die van een bemiddelaar die in de wijk waar die jongens wonen een appel doet op volwassen rolmodellen. Deze volwassenen helpen als vrijwilliger mee in een educatief programma. Dat kunnen leerkrachten zijn die iets extra willen doen in hun vrije tijd, of succesvolle Marokkanen die als coach willen optreden, of trainers van sportclubs, of werkgevers van lokale bedrijven, of ouders die met veel liefde betrokken zijn bij de jongeren in hun wijk. Al deze vrijwilligers zouden kunnen bijdragen aan een activiteitencentrum dat in een wijkschool wordt opgericht. Schooluitvallers leren daar taken te verrichten die nuttig zijn voor de gemeente. Zij leren er allerlei vaardigheden waarmee ze respect kunnen krijgen. Er worden in het centrum vormen van vrijetijdsbesteding aangeboden die deze jongeren aanspreken. Zij bereiden er bijvoorbeeld een intercultureel festival voor, met als bijkomend voordeel dat zij gemotiveerd kunnen worden voor verbetering van hun taal- en rekenvaardigheden. De mensen zijn creatief genoeg om zelf een educatief programma aan te bieden met een grote kans van slagen binnen hun eigen cultuur.

Hulp in de wijk en vanuit de wijk. Nu biedt de kinderbescherming een verwarrend netwerk van voorzieningen dat niet alleen ineffectief is, maar in feite de solidariteit van de gewone burgers verhindert. Geef integendeel de gewone burgers een kans. Laat betrokken mensen in hun eigen wijk een netwerk van solidariteit creëren. Zo wordt een probleemwijk toch nog een plek waar het goed toeven is en waar de Marokkaanse gemeenschap de solidariteit, die eigen is aan hun islamitisch geloof, tot leven brengt.

Wenst u gebruik te maken van mijn expertise, dan is er het volgende aanbod:

Het geeft weinig zin het zoveelste tijdelijke projectje te starten of enkele straatcoaches aan te stellen. Mijn voorstel is bedoeld om hulpverleners uit de bestaande voorzieningen en vrijwilligers uit de wijk samen te brengen. Zij creëren een 'netwerk van solidariteit' dat een duurzame begeleiding biedt aan de jongeren, hun ouders en de leerkrachten. Mijn voorstel kan worden gerealiseerd zonder veel extra kosten. Het is wel belangrijk dat binnen dit netwerk vanuit de juiste basishouding wordt gewerkt en dat aan de jongeren realistische alternatieven worden geboden. Om dit team van hulpverleners en vrijwilligers te inspireren kan ik het volgende bieden:

1. training van hulpverleners en van vrijwilligers (basishouding ten aanzien van jonge delinquenten en hun ouders, inzicht in de problematiek en de sociale context, interventies waarvan het effect is aangetoond)

BELANGRIJK: de hulpverleners kunnen bijvoorbeeld medewerkers zijn van bestaande organisaties (Raad voor de Kinderbescherming, Jeugd & Gezin) die gedetacheerd worden naar dit wijkgericht project en een korte voorbereidende training krijgen voor dit specifieke interventieprogramma.

2. training en supervisie van politiemensen wat betreft de aanpak van de harde kern

3. coaching van wijkgerichte initiatieven: ter plekke interviewen van een steekproef van betrokkenen, waaronder ook de doelgroep; bemiddelen in contacten tussen de jongeren, hun ouders, de hulpverleners, de vrijwilligers en de politie

4. training van leerkrachten in het omgaan met probleemgedrag en agressie op school

5. adviseren van beleidsmensen om een effectief veiligheidsprogramma op te stellen en te realiseren

6. onderzoek naar de effecten van het veiligheidsprogramma

zie ook de volgende webpagina’s:  LINK