Het wezen van de opvoeding en de hulpverlening

Juliaan van Acker, emeritus-hoogleraar orthopedagogiek, november 2013

(dit is de epiloog van mijn boek ‘Gek van kinderen: Online-adviezen aan ouders’ dat in het voorjaar van 2014 zal verschijnen. Wenst u geïnformeerd te worden bij de publicatie, stuur een mailtje naar juliaan.vanacker@gmail.com)


Geen opvoeding, hulpverlening en therapie zonder ethiek

Bij een moeilijk kind kijken naar wat er goed gaat. Bij een kind met een stoornis kijken naar de talenten en de kwaliteiten van het kind. Een tiranniserende puber met oneindig geduld bejegenen en zodra hij zich beter gedraagt, doen alsof er voorheen niets is gebeurd: vergeven en vergeten. Bij een adolescent die blowt, te veel drinkt, niets meer doet voor school, toch blijven tonen dat je hem vertrouwt en dat je zeker bent dat het goed komt. Al deze adviezen zijn gebaseerd op mijn filosofische visie die geïnspireerd is door Emmanuel Levinas.

De liefde overwint altijd en alles. Onbaatzuchtige en onvoorwaardelijke inzet van de ouders, van de leerkrachten en van de hulpverlener zal vrijwel altijd tot succes leiden. Het kind of de adolescent wordt geraakt en herwint zelfvertrouwen.

Soms lijkt het alsof mijn adviezen slechts gaan om beloningssystemen, gedragscontracten, kunnen negeren van lastig gedrag, consequent reageren op vooraf duidelijk gemaakte regels of om positieve aandacht bij wenselijk gedrag in plaats van voortdurend te straffen en kritiek te geven. Dit is slechts schijnbaar zo. De effecten van deze adviezen blijven uit als in de basishouding van de volwassenen niet de onvoorwaardelijke en onbaatzuchtige liefde voor het kind tot uitdrukking komt. De consequentie hiervan is dat de opvoeder de moed nooit verliest, zijn hoop op een goede afloop nooit opgeeft, elke dag met een nieuwe lei wil beginnen en als het helemaal mis is gegaan de zoon of de dochter ondanks alles met veel warmte en liefde opvangt.

De technieken die ik de ouders aanbeveel om het gedrag van hun kind te veranderen, zijn slechts middelen waarmee de ouders kunnen aantonen dat ze de moed niet opgeven, dat ze geloven in de goede eigenschappen van hun kind, dat ze hun kind weer zelfvertrouwen willen geven en dat ze het kleinste stapje in de goede richting weten te waarderen. Misschien helpt de overtuigingskracht van de hulpverlener, zijn inzet en zijn geloof in de waarde van zijn adviezen, de ouders om ook die basishouding aan te nemen.

Het valt natuurlijk niet te ontkennen dat die onbaatzuchtigheid en onvoorwaardelijkheid heel wat vergen van de ouders. Mogen de ouders dan geen wederkerige liefde verwachten? Hier kan ik opnieuw verwijzen naar Levinas: de relatie tussen het Ik en de Ander is asymmetrisch. Dit wil zeggen dat ik van de Ander niet mag verwachten dat hij mijn liefde beantwoordt. Zodra ik voorwaarden stel aan de liefde is er geen sprake meer van liefde. Liefde kan slechts onvoorwaardelijk zijn.

Het is gelukkig niet allemaal kommer en kwel in de opvoeding. Meestal gaat het goed en zijn de problemen van relatief korte duur. Onderzoekers hebben aangetoond dat 85 procent of meer van de jongeren zegt een fijne relatie te hebben met hun ouders. Toch is in alle gevallen de opvoedingsverantwoordelijkheid voor de ouders een enorme opgave. Kleine kinderen vergen 24 uur per dag toezicht en zorg. Adolescenten kunnen buitenshuis heel nare dingen meemaken. Risico’s zijn in de opvoeding niet te vermijden. De ouders kunnen daarom niet voor alles verantwoordelijk gesteld worden. Opvoeding is uiteindelijk een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de samenleving, waardoor de ouders zich solidair gesteund weten door leerkrachten, door mensen uit hun omgeving en als het nodig is ook door hulpverleners en instanties die zich met de jeugd bemoeien. Rondom het gezin moet er een ‘netwerk van solidariteit’ ontstaan van mensen die om het kind geven, het kind altijd nieuwe kansen willen bieden en die ingrijpen als het kind grote risico’s loopt of de goede kansen niet krijgt.

Meer in het bijzonder in de hulpverlening is het van het grootste belang dat de ouders en de leerkrachten door de hulpverlener vanuit een juiste basishouding benaderd worden. Daarom beginnen mijn e-mails om ouders te adviseren steevast met een samenvatting van hun klachten en beleving, zodat voor hen duidelijk wordt dat de hulpverlener begripvol is en in de eerste plaats aandacht heeft voor wat zij te zeggen hebben en voor hoe zij de problemen beleven en verklaren. 

Voor elk kind en voor elk gezin een nieuwe psychologische theorie

Om die reden wijs ik resoluut een uitgewerkte, vaststaande theorie over opvoeding en behandeling af. Voor elk kind en voor elk gezin moet een nieuwe verklaringstheorie en behandelingstheorie uitgevonden worden. Slechts op die manier kunnen we rekening houden met de specifieke eigenschappen van het kind en van het gezin. Diagnostische labels zijn bij mij volstrekt uit den boze. Een kind is oneindig veel meer dan wat een label omschrijft. De opvoeder moet het kind aanvaarden zoals het is. De opvoeder moet oog hebben voor het enorme potentieel dat in elk kind aanwezig is en dat wacht op de goede kansen. De opvoeders, en dan vooral de leerkrachten, moeten er alles aan doen opdat het kind zijn eigen talenten kan ontplooien. Diversiteit in plaats van conformiteit: heel wat problemen ontstaan doordat het kind door de opvoeders geremd wordt in de ontwikkeling van de eigen talenten en vaardigheden. Ons onderwijssysteem is voor een niet gering aantal kinderen niet aangepast door de eenzijdige nadruk op de exacte wetenschappen en talen. Er zijn kinderen die moeten kunnen bewegen, die vooral expressieve vakken nodig hebben of die met hun handen willen werken. Als die kinderen op de school de juiste kansen krijgen, zouden heel wat spanningen in het gezin voorkomen kunnen worden. Als we de solidariteit concreet vorm willen geven, dan is het noodzakelijk dat diversiteit in de opvoeding een kans krijgt. 

Maar ook in de hulpverlening kan het kind eenzijdig worden benaderd. Diagnostiek is meestal destructief doordat vooral gezocht wordt naar wat ‘abnormaal’ is. In het ergste geval wordt het kind zijn ‘stoornis’, bijvoorbeeld als het kind wordt gelabeld als een adhd-kind of als een autistisch kind. Deze vorm van pathologiseren, waarbij de oorzaak van de problemen bij het kind wordt gelegd, ondermijnt de basis van de opvoeding.

Slechts als diversiteit een kans krijgt, kan het kind zich ontwikkelen als een uniek individu. Er is geen enkele psychologische theorie die met zekerheid kan voorspellen hoe een kind zich zal ontwikkelen. Wat we wel weten is dat als de situatie verandert, het gedrag van het kind ook verandert. In de opvoeding en de hulpverlening moeten we daarom er vooral voor zorgen dat het kind een omgeving krijgt aangeboden waar zijn goede eigenschappen een kans krijgen zich te ontwikkelen.

De rol van de opvoeders is het stimuleren van het kind om zijn eigen talenten te ontplooien. Zodra de ouders geen vertrouwen meer hebben in het kind, hun teleurstelling laten blijken of het kind een label geven van moeilijk of gestoord, wordt dit een voorspelling die zichzelf waarmaakt. Het kind voelt dit aan, twijfelt aan zichzelf en gaat zich conform die verwachtingen gedragen.

Het ware doel van de opvoeding

Het doel van de opvoeding is dat het kind een goed mens wordt. Een goed mens is iemand die zijn verantwoordelijkheid opneemt voor de Anderen en er niets voor terug verlangt. 

Om die verantwoordelijkheid te kunnen opnemen moet het subject iets te bieden hebben of, met andere woorden, hij moet zijn talenten ontwikkelen en vaardigheden aanleren om aan het appel van anderen te kunnen beantwoorden. Het doel van de opvoeding kan slechts worden bereikt als het kind en de adolescent zijn ontwikkelingstaken voltooit, een persoonlijkheid wordt die in vrijheid kan beslissen en handelen, zijn eigen identiteit vormt en een lichamelijk en psychisch evenwicht vindt.

De rol van de opvoeders is het kind zodanig te inspireren of te bezielen dat het een goed mens wil zijn. Maar de opvoeder, ouder of leerkracht, staat niet alleen. Hij maakt deel uit van de samenleving waar, in het beste geval, de solidariteit voor de Anderen de funderende geesteshouding moet zijn. Geen graaicultuur, maar een beschaafde samenleving waar de ethiek de politiek en de economie leidt. In dit klimaat zullen de opvoeders op hun beurt geïnspireerd worden om de ethische verantwoordelijkheid over te dragen.

Een maatschappij waar de ware opvoeding mogelijk is

We pleiten daarom voor een politiek en een economie die het juiste pedagogische klimaat weten te scheppen, die het de ouders en de leerkrachten mogelijk maken zich onvoorwaardelijk en onbaatzuchtig in te zetten voor de kinderen. We pleiten voor netwerken van solidariteit in elke buurt, in elke gemeente, in elke regio tot een netwerk van solidariteit met de mensen ver weg in ontwikkelingslanden. 

Binnen dit door de ethiek gefundeerd maatschappelijk klimaat wordt politiek gedefinieerd als een gezamenlijk project om vrede en welzijn onder de mensen te brengen. Economie is bedoeld om de armoede en de miserie uit de wereld te helpen. Een politiek-economisch beleid dat het voor ouders en leerkrachten mogelijk maakt de kinderen te inspireren voor onbaatzuchtige en onvoorwaardelijke verantwoordelijkheid voor de medemensen, wil ik tot slot illustreren met enkele concrete beleidsmaatregelen:

- ouders moet echt opvoeder kunnen zijn. Om jonge moeders de kans te geven voor hun kinderen te zorgen zonder daar nu of later de negatieve gevolgen van te ondervinden, zouden zij een opvoedingspremie moeten krijgen en zouden ze op 35-jarige leeftijd een studiebeurs van twee jaar moeten krijgen om zich in het vak waarin zij zijn opgeleid bij te scholen

- de status van het beroep van leerkracht moet worden verhoogd, door een redelijk salaris en door hem meer ruimte te geven voor eigen initiatief. Een drastische inperking van administratief werk en kleinere klassen moeten het mogelijk maken meer rekening te houden met het specifieke van elk kind

- de jeugdzorg kan worden afgeschaft en vervangen door gedragsdeskundigen die aangesteld worden op de scholen. Op de school komen alle kinderen en kinderen die problematisch zijn, thuis verwaarloosd of mishandeld worden, vallen onmiddellijk op. De specialisten krijgen van de leerkrachten de eerste signalen van problemen en kunnen tijdig hulp verlenen en de leerkrachten en de ouders adviseren bij het omgaan met probleemgedrag

- het speciaal onderwijs kan worden afgeschaft. In plaats daarvan zijn er op elke school deskundigen die waar nodig onderwijs op maat kunnen geven. Aan de leerlingen geven we de boodschap mee dat allen verantwoordelijk zijn voor allen. De leerlingen moeten weten dat de glimlach en de aanhankelijkheid van een mentaal gehandicapt kind zijn bijdrage is voor een betere wereld

- om te voorkomen dat kinderen van immigranten terechtkomen in zogenaamde zwarte scholen of concentratiescholen worden ze beter verspreid over de scholen en geen enkele school neemt meer dan 20 procent migrantenkinderen op

- de hulpverleners die verbonden zijn aan de scholen zorgen er voor dat in de buurt van de school een netwerk van solidariteit op gang komt. Dit netwerk bestaat bijvoorbeeld uit mensen die de ouders willen bijstaan bij de opvoeding, gepensioneerde leerkrachten die bijlessen willen geven, werkgevers die jongeren aan een bijbaantje willen helpen, sportcoaches die moeilijke kinderen ook een kans willen geven.

Het doel van deze maatregelen is dat een einde wordt gemaakt aan de apartheidspolitiek in het onderwijs- en hulpverleningsland. Door kinderen in hokjes te plaatsen of, nog erger, hen in aparte instellingen onder te brengen, wordt de communicatie met anderen verstoord. In dat geval wordt de onderlinge solidariteit met kinderen en volwassenen met wie zij zich verbonden weten afgeremd. Met deze maatregelen willen we bereiken dat de ouders en de leerkrachten die zwaar op de proef worden gesteld door het moeilijke gedrag van de kinderen, zich voldoende ondersteund weten en tijdig de juiste adviezen krijgen. Via deze weg zullen de opvoeders de moed hebben om hun verantwoordelijkheid te blijven dragen en het nodige geduld op te brengen, zodat ook deze kinderen in een zo normaal mogelijke opvoedingssituatie kunnen opgroeien.

Ouders kunnen best gek worden van hun kinderen, maar wie gek is op zijn kinderen kan alles vergeven en vergeten.

© juliaan van acker 2013

HOME