"onbehandelbare" criminelen

Een expertisecentrum voor 'onbehandelbare' criminelen

De grootste vergissing van de afgelopen dertig jaar is dat justitie de hulpverleners ook verplicht heeft toezicht te houden op strafmaatregelen

Samenvatting: een kleine groep jongeren en jong volwassenen vormt een grote bedreiging voor de veiligheid binnen de gemeente. Als meerdere vormen van preventie en behandeling tot nog toe recidive niet hebben kunnen stopzetten, dient een antwoord gezocht te worden op de vraag wat naast en na de strafrechtelijke maatregelen nog mogelijk is. De instellingen voor jeugdzorg zouden hierbij ondersteund en geadviseerd kunnen worden vanuit een klein, maar effectief expertisecentrum.


Wat is nodig voor die 'onbehandelbare' groep?

Voorbeeld: Ahmet was pas 13 toen hij voor het eerst werd aangehouden. Tien jaar later heeft hij het langste strafblad van alle criminelen in de wijk. Hij heeft meerdere geweldsdelicten gepleegd. Hij heeft geen enkele opleiding afgerond, heeft nog nooit gewerkt en heeft een schuld van 11.000 euro. Zijn vader heeft hij amper gekend en zijn moeder is onlangs gestorven. Op een gegeven moment wil hij zijn leven een andere wending geven en hij vindt werk. Als hij zijn eerste salaris zou ontvangen wordt er echter volledig beslag op gelegd wegens zijn schulden. De hulpverlener schakelt schuldbeheer in, regelt een woning en vindt voor hem een nieuwe baan. Hij krijgt via schuldbeheer 50 euro per week en daar moet hij het mee doen. De hulpverlener leert hem thuis koken om zuiniger te kunnen leven. Ahmet ziet hoe zijn collega’s een leuk leventje leiden, terwijl hij zelf nauwelijks iets kan overhouden om uit te gaan. Een dieptepunt komt als schuldbeheer ook beslag legt op het vakantiegeld. Met dit geld had Ahmet het graf van zijn moeder in Marokko willen bezoeken. De hulpverlener slaagt erin om gedurende 1 jaar Ahmet aan het werk te houden, ondanks de precaire financiële situatie. Gedurende dit jaar ging een flink deel van zijn inkomen naar de schuldafbetaling. Desondanks is de schuld nu opgelopen tot 13.000 euro wegens de oplopende interesten op de nog niet afgeloste schulden. Ahmet geeft zijn werk op. Hierdoor heeft hij ook geen recht op een uitkering en hij wordt uit zijn woning gezet. Wie weet hier nog raad? Dit is de realiteit anno 2012! 

update 15 oktober 2012: Ahmet is zojuist aangehouden voor het dealen van heroïne. Hij kwam niet in de cel omdat hij onmiddellijk de boete van 400 euro kon betalen. 

1. voor jongeren met een zeer complexe problematiek waarbij meerdere vormen van hulpverlening niet tot een goed resultaat hebben geleid, is het belangrijk dat de hulpverlener goede relaties legt met meerdere instanties (bijv. scholen, huisvesting, sociale dienst, werkgevers, ...). Die instanties leren ons kennen en veel van de daar werkzame functionarissen verlenen hun medewerking aan onze begeleidingen. Op die manier komt een  ‘netwerk van solidariteit’ tot stand rondom de  jongeren.  

2. wil je bij de groep met een zeer complexe problematiek recidive voorkomen dan moet de jongere (en meestal ook zijn ouders) intensief begeleid worden gedurende een voldoende lange periode. Door de talloze negatieve ervaringen in het verleden is hier niet alleen veel geduld en doorzettingsvermogen nodig, maar de expert of gedragswetenschapper kan de jeugdhulpverlener of reclasseringsmedewerker het best ondersteunen met behulp van procesanalyses en het construeren van specifieke en aan elke casus aangepaste behandelingsprogramma’s. Algemene of voorgeprogrammeerde interventies lijken bij deze groep niet te werken, vandaar onze keuze van een ‘casuïstische benadering’. Deze benadering betekent dat het behandelingsproces voor elke casus apart gedetailleerd wordt gevolgd, geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.

Door met deze casuïstische benadering te werken zouden de hulpverlenende instellingen de nodige maatregelen kunnen nemen om vroegtijdige mislukkingen te voorkomen (precieze diagnostiek om de prognose te bepalen, aangepaste therapeutisch technieken, prioritering,...).

Het voorstel komt er op neer dat elke behandeling die dreigt te mislukken of mislukt is, niet gezien wordt als een falen van de instelling, maar als een uitdaging. Die casus wordt voorgelegd aan het expertisecentrum voor verdere wetenschappelijke begeleiding of advisering.

3. de expertise die wordt opgebouwd is niet alleen nuttig voor de harde kern van jonge criminelen, maar ook voor het aanstormend talent en voor preventieve acties . Vanuit het expertisecentrum zouden trainingen en supervisies  georganiseerd kunnen worden voor al diegenen die rechtstreeks contact hebben met het aanstormend talent en die werken op het preventieve vlak. Een goede samenwerking tussen de scholen en de jeugdhulpverlening lijkt ons van wezenlijk belang voor een effectieve preventie van crimineel gedrag. Het expertisecentrum kan hier een coördinerende en stimulerende rol spelen.

4. er is een kleine groep jongeren en jong volwassenen die in een totaal uitzichtloze situatie zitten: geen woning, soms zelfs geen enkele bron van inkomsten, verwerping door de ouders, geen enkel certificaat, hoge schulden, enzovoorts. Deze jongeren hebben eerder al veel kansen gekregen, maar ze hebben het gedeeltelijk zelf verpest. Ook komt het voor dat zij zelf niet meewerken omdat ze niet de zoveelste mislukking willen meemaken. Om die reden is niemand nog te bewegen om iets voor hen te doen (eigen schuld, dikke bult). Toch kunnen zij een groot gevaar zijn voor de samenleving. Wachten tot zij een delict plegen dat ernstig genoeg is voor een forse gevangenisstraf is een optie, maar ook dan komen ze eenmaal weer vrij en is er niets verbeterd aan hun uitzichtloosheid. Een vaste begeleider en vertrouwenspersoon zou hier nuttig werk kunnen verrichten. Gezien de moeilijkheidsgraad van een dergelijke casus kan het expertisecentrum een belangrijke ondersteunende rol vervullen.

5. Misschien is de belangrijkste taak van de hulpverlener bij deze groep dat ‘we er zijn voor deze jongeren en hun ouders’. Deze door velen uitgestoten groep kan, wat er ook gebeurt, blijven rekenen op onze solidariteit. Wij schrijven ze nooit af. We voelen ons met hen verbonden, want dat opent de weg naar vertrouwen. Ondanks alles wat er is gebeurd, verdienen zij als mens ons respect. Als niemand, - geen leerkracht, geen werkgever en soms ook niet hun ouders -, hen respecteert, zal recidive nooit stoppen. Als zij van niemand respect krijgen, dan zullen ze ons dwingen met hen rekening te houden, door ons angst aan te jagen en door verzet tegen alles wat hen wordt opgelegd.

Het is onze belangrijkste taak als hulpverlener om deze vicieuze cirkel te doorbreken. Het is onze opdracht deze jongeren het respect terug te geven. Vandaar dat de hulpverlener nooit tegelijkertijd uitvoerder of controleur kan zijn van repressieve maatregelen. De hulpverlener moet mensen uit de eigen omgeving van de jongere weten te motiveren, zodat zij zijn talenten leren zien en rondom hem een netwerk van solidariteit smeden.

De onvoorwaardelijke inzet vergt veel van de hulpverlener. Het bestaan van een expertisecentrum zou voor deze jongeren en hun ouders betekenen dat er altijd iemand zal zijn op wie ze kunnen rekenen en dat geldt ook voor de hulpverleners die ten einde raad zijn. Ook hulpverleners die met deze zeer moeilijke groep werken hebben een netwerk van solidariteit nodig. Het expertisecentrum mobiliseert juist deskundigen rondom de hulpverlener.

Helaas is dit vijfde punt niet op kwantitatieve wijze te evalueren. Via die weg wordt ook niet op korte termijn recidive verhinderd. Vaak moeten we met deze jongeren eindeloos herbeginnen. Er is geen eer te behalen met deze groep. Je kan beter je vingers er niet aan branden. Maar als de politiek deze groep zou afschrijven, wordt de samenleving er niet menselijker op. Geef ons dus de kans om met deze groep jongeren tot het uiterste te gaan.

Een expertisecentrum

We denken aan een klein expertisecentrum dat ten dienste staat van alle instellingen die met jeugdigen te maken hebben, vooral dan in de vorm van begeleiding en advisering van jeugdhulpverleners, jeugdreclasseerders, leerkrachten, jongerenwerkers, straatcoaches en anderen

Het expertisecentrum is geen vervanging van de supervisie die al op de instellingen wordt gegeven. Het gaat in dit centrum om het opstellen, begeleiden en evalueren van interventieprogramma’s voor jongeren bij wie tot nu toe alles heeft gefaald. In het expertisecentrum worden de krachten gebundeld om jongeren die een ernstig gevaar opleveren voor de veiligheid van de burgers toch niet aan hun lot over te laten en naast of na de repressieve maatregelen de uitzichtloosheid van hun situatie te verbeteren.

Op het expertisecentrum worden regelmatig casusbesprekingen georganiseerd waar de diverse partners op het terrein van de jeugdzorg of jeugdbescherming aan deelnemen, zodat beter ingespeeld kan worden op de noden en behoeften van de doelgroep.

Het is vanzelfsprekend dat het expertisecentrum een nuttige rol kan vervullen in het adviseren van het beleid, in het bijzonder wat betreft het gemeentelijk veiligheidsprogramma.

De ideale situatie wordt gecreëerd als het expertisecentrum intensief samenwerkt met de universiteit en dus een Academische Centrum voor Jeugdzorg wordt (voorwaarde is natuurlijk dat de universiteit stopt met onnozel onderzoek op basis van vragenlijsten, tot het inzicht komt dat hersenonderzoek niks te maken  heeft met de psyche en het aandurft klinisch relevant onderzoek te doen over de eigen behandelingen van de moeilijkste criminelen. Dat ze dus voor dit laatste een voorbeeld nemen aan de medische faculteiten).

Acker, J.C.A. van (2010). Jeugdzorg en reclassering: harde kern jongeren en Marokkaanse relschoppers. Antwerpen: www.ministrando.org (INFO en BESTELLEN2de herziene druk, januari 2013 (met nieuwe casussen en evaluatie-onderzoek)

ZIE OOK: EVALUATIE VAN ONZE BEHANDELINGEN

ZIE OOK: STRAFKAMP  OF BEHANDELING?

ANDERE TEKSTEN OVER JEUGDCRIMINALITEIT