(namen en andere identificatiegegevens zijn gewijzigd)
E-mail moeder:
Beste Professor van Acker,
Na een tip van een vriendin en het lezen van uw website wil ik graag een beroep doen op uw expertise in verband met de probleemsituatie van mijn dochterje op school.
Mijn dochtertje Marleen is vijf jaar geworden.
Zij is een temperamentvol kind, met een sterke eigen wil.
Kan thuis soms erg bijdehand en dwingend zijn, maar zeker ook heel lief en behulpzaam.
Helpt graag mee in de keuken met eten maken.
Marleen knuffelt/kust graag, en zit graag bij iemand op schoot.
Thuis is het enigste moeilijke aan Marleen dat ze heel erg dwingend kan zijn.
Hieronder een aantal voorbeelden van situaties die vaak terugkomen.
• Mama/papa moet nu kijken of iets anders doen
• Mama/papa moet bepaalde worden herhalen die zij zegt
Als men dit niet doet gaat ze maar door met herhalen of wordt boos, gaat huilen en/of druk gebaren.
Voorheen waren er ook slaapproblemen in de zin van niet in slaap komen. Deze zijn echter helemaal verdwenen na het gebruik van een beloningssysteem. Na een week lief gaan slapen, kreeg ze een zelfbedachte beloning. Het beloningssysteem is nu niet meer nodig.
Ook in het plassen en poepen in haar onderbroek is hiermee opgelost evenals een aantal kleine dingen zoals bijv. aan tafel blijven zitten tot iedereen klaar is en zelf je speelgoed opruimen e.d
Marleen heeft een grote belangstelling voor letters en cijfers. Ze kan inmiddels op eigen verzoek alle letters van het alfabet schrijven en enkele woorden lezen. Ook hier is ze zelf mee begonnen. Als ik een woord spel, dan kan zij dit meestal op enkele letters na foutloos schrijven.
Verder heeft ze een gezonde dosis energie.
Heeft na schooltijd wel vaak een wervelwind momentje: druk gedrag,grote mond, denken dat ze grappig is. Dit gaat vanzelf weer over. Gaan we hierop in of tegenin wordt, dan wordt dit gedrag alleen maar explosiever.
Dit gebeurt ook als we iets heel leuks gaan doen of terugkomen van een hele leuke dag.
Marleen gaat overigens graag naar school. Marleen wil graag met andere kinderen uit haar klas spelen.
Alleen ontstaan er vaak vervelende situaties waardoor we hier erg terughoudend in zijn geworden.
Enkele voorbeelden:
• Plast bij een vriendinnetje thuis in de douche omdat zij niet wil wachten op het kindje wat ook zit te plassen. Legt dan aan de moeder bijvoorbeeld niet uit dat ze niet meer kon wachten, maar moet er om lachen. Zij zegt ook woorden zoals kut en shit en moest hier weer smakelijk om lachen (dit zijn geen woorden die ze thuis wel mag zeggen)
• Grote mond tegen moeder van vriendinnetje omdat deze op straat stond te praten en dus niet direct mee ging naar huis om daar te kunnen spelen
• Duwt op een verjaardagsfeestje een ijsje op een ander kindjes bril en moet hier ook nog om lachen
• Duwt, trekt, gooit limonade of zand over kinderen hun hoofd
Verder valt op dat zij in in andere situaties bij andere kinderen bijvoorbeeld op vakantie prima kan spelen.
Ook bij oudere kinderen zie je geen abnormaal gedrag.
Het contact met school is goed, de lijntjes worden zogezegd kort gehouden en we durven in elk geval vanaf onze kant open en eerlijk te spreken.
Voor de zomervakantie zijn er gesprekken op school geweest tussen ons en de leerkrachten. Naar aanleiding van deze gesprekken heeft de school onderstaand rapport geschreven voor de huisarts om een doorverwijzing te ontvangen voor de kinderpsychiater.
rapport school (bestemd voor huisarts):
Marleen is een bijna 5-jarig meisje wat over de gehele linie een erg wisselend beeld vertoont.
Op cognitief gebied lijkt het alsof haar ontwikkeling discrepanties vertoont. Op school laat ze weinig zien van wat ze kan, maar dan blijkt ineens dat ze behoorlijk intelligent is. Wij krijgen hier geen goed beeld van, we weten niet of ze onderpresteert of overvraagd wordt. Graag zouden wij meer inzicht krijgen in haar cognitieve capaciteiten.
Ook op sociaal emotionele ontwikkeling ontwikkelt Marleen zich anders als een 4- jarige. Zowel thuis in de opvoedsituatie, als op school lopen ouders en leerkrachten hier tegen aan.
Marleen vraagt om een consequente aanpak waarin een positieve benadering belangrijk is. Ze vraagt veel aandacht en energie en zal als het even kan over grenzen heen gaan.
Op school heeft Marleen regelmatig aanvaringen met andere kinderen. Ze blijkt hierbij de regels prima te weten en te kunnen benoemen, maar toepassen is erg moeilijk. Na vijf minuten kan ze het weer doen. Ze lijkt hierin nog erg op zichzelf gericht te zijn. (“ik vind het leuk/ grappig om jou te slaan, uitschelden o.i.d.). Het lijkt of ze hierin totaal geen idee heeft wat dit bij het andere kind doet.
Over het algemeen kunnen we zeggen dat Marleen nog erg jong gedrag vertoont, niet passend bij haar leeftijd.
Daarnaast hebben ouders en school vragen over haar intelligentieprofiel.
We willen als school Marleen zo goed mogelijk begeleiden en denken dat het goed is voor de ontwikkeling van Marleen als al op jonge leeftijd gekeken wordt naar haar sociaal-emotionele ontwikkeling en haar intelligentie.
mijn advies ( verklarende commentaar in het rood)
Beste Hanneke,
Jouw e-mail heb ik aandachtig gelezen en ik begrijp dat zowel jij als de school zich zorgen maken over jouw vijfjarig dochtertje. De school noemt dan vooral de sociaal-emotionele ontwikkeling (waarom ook de intelligentie als aandachtspunt wordt genoemd is mij een raadsel).
Over thuis gaat het nu over het dwingend gedrag en buitenshuis om vervelend gedrag ten aanzien van andere kinderen. Het gaat dan om aanvaringen met andere kinderen op school of als zij bij een vriendinnetje is kan ze een grote mond opzetten of andere kinderen een duw geven.
Ik leef me eerst in in de beleving van de moeder; daarom begin ik met een korte samenvatting van wat ze heeft geschreven. Ik benoem haar zorgen benoemen. Dit is een algemeen therapeutisch principe: eerst veel aandacht geven aan hoe de cliënt de problemen ziet en beleeft.
Twee dingen vallen op bij de gedetailleerde beschrijving die je hebt gegeven over het gedrag van jouw dochtertje. Ten eerste gaat het om 'probleemgedrag' dat bij de meeste kinderen wel eens voorkomt. Ik zie hier niets verontrustend. Ten tweede - dit is heel belangrijk - verschillende problemen uit het verleden zijn ondertussen al opgelost. Dit was bijvoorbeeld het geval voor slaapproblemen en plassen in haar onderbroek.
Hier plaats ik de problemen in een breder kader waardoor relativeren mogelijk wordt.
Verder noem jij en ook de school veel positieve eigenschappen: Marleen kan heel lief en behulpzaam zijn, zij is bijdehand, zij gaat graag naar school, wil graag spelen met andere kinderen (en in bepaalde situaties zoals op vakantie gaat dat heel goed), op school kan ze ook behoorlijk intelligent uit de hoek komen, ze kent de regels (maar heeft moeite om ze op te volgen).
Na de problemen belicht ik nu het positieve; daarmee leg ik de basis voor de volgende stellige uitspraak:
Op basis van dit beeld dat ik mij kan vormen van Marleen is hier absoluut niets abnormaal aan de hand. Op zo'n jonge leeftijd gaan gedragsproblemen bij kinderen vrijwel altijd vanzelf over. Het gaat erom dat de opvoeders daar wat geduld mee hebben en vooral aandacht geven als het kind zich 'goed' gedraagt. Ook lijkt het mij overdreven om vóór de echte schoolleeftijd (groep 3) al onderzoek te gaan doen naar de intelligentie (tenzij het zou gaan om een mongooltje). Marleen is een temperamentvol kind met veel energie en bij nieuwe situaties of veranderingen in haar situatie heeft ze extra moeite om zich aan te passen, maar het gaat over.
Het enige probleem waar ik voor wil waarschuwen is dat als de ouders of de leerkrachten problemen gaan vermoeden, dat er dan ook problemen komen! Mijn advies is dus gewoon genieten van dit leuk meisje, geduldig reageren of geen aandacht geven als ze de aandacht wil trekken met onaangepast gedrag en dan gaat het zeker over.
Je kan mijn e-mail laten lezen aan de school. Mijn voorstel is mijn advies zes maanden consequent toe te passen en als jij of de school dan nog reden hebben om zich zorgen te maken, dan kan je opnieuw met mij contact opnemen. Heb je nog vragen, dan kan je natuurlijk mailen.
Waarom zes maanden: dit is een veel gebruikt diagnostisch criterium. Problemen die vanzelf voorbij gaan, zullen binnen die periode zeker opgelost zijn.
Ik hou de vingen aan de pols: moeder kan opnieuw met mij contact opnemen.
Ik bouw hier een veiligheidsmechanisme in voor het geval er toe meer aan de hand zou zijn, want ik beschik slechts over zeer beperkte informatie
algemene commentaar:
Bij de verwijzing naar de kinderpsychiater moeten we ons goed realiseren dat de diagnose in feite al gesteld wordt door de leerkrachten (het gaat op z’n minst om een vermoeden).
De kinderpsychiater zal wellicht iets vinden. Volgens kinderpsychiatrisch onderzoek heeft 25% (!) van de kinderen een matige tot ernstige psychiatrische stoornis (dit zegt meer over de psychiaters dan over de kinderen)
Ik ga er wel van uit dat de meeste psychiaters hier eveneens meteen de ouders gerust gaan stellen (maar het kwaad is al geschied)
Bij deze diangose ligt de oorzaak in het kind; daarom zal wellicht medicatie of individuele therapie (speltherapie) worden voorgeschreven.
Het is belangrijker om te weten hoe de ouders met dit kind omgaan (overbezorgd? angstvallig ... wat zullen de anderen denken?) en hoe op school wordt gereageerd op de soms wat vervelende gedrag van deze kleuter.
In andere situaties komt het probleemgedrag niet voor en eerdere problemen zijn opgelost: dit wijst er op dat dit meisje zich goed kan aanpassen en over voldoende veerkracht beschikt om nieuw gedrag aan te leren. Op haar leeftijd verloopt de psychosociale ontwikkeling heel snel.
Het grootste gevaar is dat problemen worden verwacht. Dit wordt dan een selffulfilling prophecy. Ik illustreer dat soms met de volgende boutade: kinderen met gedragsproblemen zijn kinderen waarvan de opvoeders denken dat ze problemen hebben en omdat ze dat denken worden de kinderen ook problematisch van gedrag.
Een ander gevaar is dat onnodige behandeling of een te ingrijpende behandeling wordt voorgeschreven voor een licht probleem. Onderzoekers hebben aangetoond dat dit eerder negatieve gevolgen heeft.
In mijn praktijk geldt dat 80% van de ouders die een kind aanmelden, een kind heeft dat in feite geen hulp nodig heeft. Ook kinderartsen hebben met dit fenomeen te maken. We moeten daarom heel voorzichtig zijn met zeer intensieve behandelingen, Via e-advies kan zoiets worden voorkomen, maar we moeten natuurlijk de nodige veiligheidsmechanismen inbouwen.
Het cijfer 10
2. De problemen met mijn zoon/dochter zijn nu afgenomen
Het cijfer 10
Niet alles is opeens verdwenen, maar in alles waar ik uw advies voor heb gevraagd is een stijgende lijn te ontdekken.
Super!!
3. Dank zij het advies voel ik mij nu zelfzekerder in de opvoeding van mijn
kind
Het cijfer 9
Hopelijk heb ik u niet vaak nodig, maar mocht dit in de toekomst toch nodig zijn dan zal ik dit meteen doen.
Fantastisch ook dat u dit per mail doet.
Dit legt voor velen en ook voor mij de drempel een stuk lager.