Waarom ritalin verboden moet worden

In de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw werden talloze kinderen geopereerd aan hun amandelen. Nu komt dit nog zelden voor. Toentertijd was er dus een epidemie van amandelontstekingen. Dat was geen echte epidemie, maar iets dat verzonnen werd door de artsen. In Knokke staan kapitale villa’s die met de opbrengsten van al die nutteloze operaties op kleine kinderen werden verdiend.

In deze tijd hebben we weeral zo’n verzonnen epidemie. De kwalen heten nu ADHD en AUTISME. Daar verdienen artsen, kinderpsychiaters en de farmaceutische industrie wereldwijd miljarden mee. Onderzoekers hebben onlangs uitgerekend dat in de VS 900.000 kinderen ten onrechte de diagnose ADHD hebben gekregen.

VOORBEELD UIT MIJN PRAKTIJK: EEN JONGEN VAN 7 MET ADHD

Waarom ritalin verboden moet  worden:

                                1. kort samengevat

                                2. het voorschrijven van ritalin

                                3. waarom medicijnen bij gedragsproblemen?

                                4. wat is het alternatief?

                                5. samenvatting van een uitzending van de BBC

Laatste nieuws over Ritaline: het toonaangevende Franse instituut voor onderzoek naar de veiligheid van geneesmiddelen (ANSM) publiceerde op 17 juli 2013 de richtlijnen voor het voorschrijven van ritaline, concerta en quasym. Tot nog toe bleef het voorschrijven van deze medicijnen voor kinderen met ADHD in Frankrijk relatief beperkt, maar er is een stijgende trend. 

Het ANSM waarschuwt voor de neveneffecten van deze medicijnen, die beslist alleen door medische specialisten mogen worden voorgeschreven  en waarbij de kinderen regelmatig onderzocht moeten worden. Vooral bij lang gebruik is er reden om ons zorgen te maken wegens schadelijke neveneffecten op neuro-psychiatrisch terrein (angsten, depressie, suïcidaal gedrag, stemmingswisselingen, paranoïd gedrag, tics, hallucinaties), op het functioneren van het hart en de invloed op de hersenen. Ook kan het kind een achterstand oplopen in de lichamelijke groei o.a. wegens gebrek aan eetlust.

Dit Franse instituut stelt voor de kinderen die deze medicijnen slikken, om de zes maanden medisch te laten onderzoeken.

Meer informatie:

LINK

 1. Kort samengevat

De American Food and Drug Administration waarschuwt voor de schadelijke neveneffecten van ritalin.

Een grootschalig onderzoek (MTA study*) over het gebruik van rilatin bij 600 kinderen was aanvankelijk positief. Vijf jaar later blijkt echter dat ritalin geen enkel gunstig effect heeft op het gedrag van deze kinderen en dat hun lichamelijke ontwikkeling (groei en gewicht) een significante vertraging heeft opgelopen (prof. Pelham, University of Buffalo).

Ritalin werkt bij kinderen die in feite geen ADHD hebben, maar ze kunnen beter geholpen worden met een meer pedagogische aanpak; bij de echte ADHD-kinderen werkt ritalin niet. Niemand weet waarom Ritalin werkt en hoe het werkt.

Onze kennis over de hersenen, een orgaan met 100.000 miljard synapsen, is zo beperkt dat het onverantwoord is het brein van het zich ontwikkelende kind met chemische middelen te manipuleren.

Kinderen van gescheiden ouders gebruiken tweemaal vaker ritalin.

Ik pleit voor een experiment waarbij de ouders en de leerkrachten en niet het hyperactief kind ritalin innemen. Mijn hypothese is dat het kind rustiger zal worden.

Door het geloof in ritalin werd weinig of geen aandacht geschonken aan psychologische of orthopedagogische behandelingsmethoden die wel effect hebben. De kinderen met ADHD zijn daarom dubbel slachtoffer.

Heeft men al eens nagedacht over wat ouders en leerkrachten met drukke kinderen deden voordat ritalin op de markt kwam? Ik heb niet de indruk dat het toen zoveel slechter ging.

2. Het voorschrijven van ritalin

Tussen 2002 en 2004 verdubbelde in Nederland het aantal voorschriften voor Ritalin, van 300.000 naar 615.000 per jaar. Dat ging over 75.000 personen waarvan 25% tien jaar was of jonger, 44% was tussen 11 en 20 jaar oud. Jongens waren oververtegenwoordigd, namelijk 84%. Ouders zeggen mij vaak dat ze min of meer door de school onder druk worden gezet om hun kind ritalin te laten voorschrijven door een arts. Kinderen van gescheiden ouders zijn oververtegenwoordigd: tweemaal meer kinderen van gescheiden ouders gebruiken ritalin; dit bewijst dat het hyperactieve gedrag van de kinderen veroorzaakt kan worden door de onzekerheid van de alleenstaande ouder (die zich daarom makkelijker onder druk laat zetten), het gebrek aan stabiliteit, veiligheid of geborgenheid in het gezin.

Bij de vraag of het verantwoord is kinderen zo lang zo veel pillen te laten slikken gaat het er niet om ouders of leerkrachten de schuld te geven. Ze zijn met sommige kinderen vaak ten einde raad. Er zijn kinderen die het bloed van onder je nagels kunnen halen. Waar het mij hier om gaat is dat de voorwaarden worden gecreëerd voor die ouders en die leerkrachten zodat ze beter met moeilijk gedrag van kinderen leren om te gaan. Dat kan bereikt worden als zij de juiste adviezen krijgen over een effectieve aanpak van probleemgedrag.. Voor leerkrachten heb ik het volgende boek geschreven: 'Probleemgedrag in de klas en agressie op school: Een praktische handleiding". Vooraleer de school ouders onder druk mag zetten om met hun kind naar de huisarts te gaan, moeten de leerkracht leren hoe om te gaan met probleemgedrag in de klas (iets wat in de meeste opleiding ontbreekt!).

We leven helaas in een tijd waar probleemgedrag van kinderen wordt gepsychiatriseerd. Dit verschijnsel is overgewaaid vanuit de Verenigde Staten. Er zijn Nederlandse kinderpsychiaters die op basis van hun onderzoek durven te beweren dat 25% van de Nederlandse kinderen matig tot ernstig psychiatrisch gestoord is. Dit is een staaltje beroepsmisvorming en tunneldenken van psychiaters die de psyche van de mens herleiden tot een product van biologische processen (de vraag dat de psyche de biologie kan beïnvloeden komt bij hen niet op en over de vrije wil hebben ze nog nooit gehoord). Vrijwel alle kinderen kennen wel eens een periode waar ze moeilijk van gedrag zijn. Dat is meestal een reactie op veranderingen in hun situatie of op gebeurtenissen die hen angstig of verdrietig maken. Dat is wat anders dan een stoornis die organisch bepaald zou zijn.

Er is ook een hele industrie die er alle belang bij heeft dat mensen medicijnen slikken. Toen tijdens de verkiezingscampagne van 2004 in de Verenigde Staten de presidentskandidaat McCain zich voorzichtig verzette tegen de almacht van de farmaceutische industrie, werd op de tv een lastercampagne tegen hem gelanceerd; allemaal leugens, maar zijn kansen waren verkeken.

Onvoorstelbaar veel mensen slikken pillen voor hun psychische klachten. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is 1 op de 5 volwassenen klinisch depressief. Ik denk dat dit cijfer meer zegt over onze samenleving dan over de mensen zelf. Net zoals de hyperactieve maatschappij waarin we nu leven ook meer hyperactieve kinderen oplevert.


3. Waarom medicijnen bij gedragsproblemen?

Laat mij beginnen met een anekdote. In een interview vertelde de wereldberoemde choreografe Gillian Lynne dat ze als kind heel moeilijk was. Ze kon niet stilzitten en kon zich in de klas absoluut niet concentreren. Op verzoek van de school ging haar moeder met haar naar de kinderpsychiater. Op een gegeven moment zei die man tot Gillian dat hij even met haar moeder alleen wilde praten. Hij zette de radio aan en ging met haar moeder naar een andere kamer. De kinderpsychiater liet de deur op een kier open en hij zag dat Gillian meteen begon te dansen. Toen zei hij tot haar moeder: "Gillian heeft geen stoornis. Zij is een danseres. Stuur haar naar een balletschool". Haar moeder volgde dat advies en dat was het begin van een internationale carrière.

Dit speelde zich af in de jaren dertig van de vorige eeuw. Toen was ADHD nog niet uitgevonden en was er geen ritalin. Nu zou Gillian  dat medicijn voorgeschreven krijgen. Ze zou dan wellicht op school minder druk geworden zijn en zich beter kunnen concentreren. Maar ze zou nooit de choreografe geworden zijn die miljoenen mensen veel vreugde heeft verschaft. Een gelijkaardig verhaal zou gemaakt kunnen worden over Nederlands bekendste ADHD-er, Freek de Jonge; zou hij ook zo'n fantastische carrière hebben opgebouwd indien hij in zijn jeugd met ritalin was behandeld?

De hersenen van de mens vormen het meest complexe orgaan in ons planetenstelsel (vergeet niet dat de hersenen 100 miljard neuronen bevatten, elke neuron is verbonden met honderduizenden andere neuronen, een neuron produceert per seconde honderden elektrische golven doorheen de synapsen en in de hersenen zijn er 100 biljoen synapsen. Over ongeveer 10 jaar zullen alle computers op de wereld samen een even complex orgaan vormens als de hersenen van één mens. De neuropsychiatrie heeft minstens 1000 jaar nodig om enig inzicht te verwerven in de werking van de hersenen. Onze kennis over dit orgaan is uiterst beperkt. En toch durven de psychiaters het aan de menselijke hersenen met chemische middelen te manipuleren, zelfs bij kinderen bij wie de hersenen nog in volle ontwikkeling zijn. Dit is niet alleen onverantwoordelijk, ik schroom niet om dit crimineel te noemen.

Het probleem met deze medicijnen is dat ze goed werken! Dat vind ik een probleem om twee redenen: (1) aan de echte oorzaken van die klachten wordt niets gedaan en (2) het is niet het kind, de ouders of de leerkrachten die het probleem kunnen oplossen, maar een pilletje. Dit laatste betekent dat onze problemen buiten onze controle vallen. De onderliggende boodschap is dat we geen controle hebben over ons eigen gedrag: iets in onze hersenen is gestoord en dat kan met behulp van een pilletje verbeterd worden. De geneeskunde ziet de mens meer en meer als een technisch manipuleerbaar object en dat zou wel eens een selffulfilling prophecy kunnen worden. De medicalisering van psychosociale problemen betekent dat op den duur niemand zijn verantwoordelijkheid wil opnemen: de medicus zal de problemen voor ons oplossen. Is dit niet een stap in de richting van de totalitaire Staat?


4. Wat is het alternatief?

We moeten eerst de vraag beantwoorden waarom kinderen van gescheiden ouders twee keer vaker ADHD hebben. Dit bevestigt dat ook ADHD, net als andere gedragsproblemen, een interactieprobleem is. Het gedrag van het kind is het resultaat van de manier waarop de volwassenen met dat kind omgaan. We zouden dus bij wijze van experiment aan de ouders en de leerkracht van een ADHD-kind ritalin kunnen voorschrijven in plaats van aan het kind. Mijn hypothese is dat het kind zich dan ook rustiger zal gedragen.

Maar goed, ouders met een hyperactief kind komen met mijn argumenten niet veel verder. Wat heb ik hen dan wel te bieden?

Eerst en vooral moeten we weten wat we precies met een  hyperactief kind bedoelen. Een medicus schrijft slechts een medicijn voor na de diagnose. Voor elke soort ziekte, bestaat een specifiek medicijn. Is de diagnose verkeerd, dan kan het innemen van een medicijn fataal aflopen. De vraag is dus of hyperactieve kinderen terecht ritalin krijgen voorgeschreven. Wie stelt de diagnose en op basis van welke criteria? Deze criteria staan opgesomd in een internationaal diagnostisch handboek. Dat klinkt heel sjiek, maar dit diagnostisch instrument biedt alles behalve objectieve zekerheid (de arts moet bijvoorbeeld de vraag beantwoorden of het kind al of niet vaak luistert als hij aangesproken wordt. Op basis waarvan moet die arts dat beantwoorden? Onderzoekt hij het luisteren van dat kind in verschillende situaties en bij verschillende volwassenen?). Onderzoekers zijn het er over eens dat tussen de 1 en 3 % van de kinderen ADHD heeft volgens de criteria van het diagnostisch handboek.

Maar de huisartsen of de kinderpsychiaters sporen die kinderen niet zelf op. Drukke kinderen worden bij hen aangemeld door anderen. Het zijn de ouders en/of de leerkrachten die een kind te druk vinden. Dan gaan ze met dat kind naar de specialist om een diagnose te stellen. Hoeveel kinderen worden te druk gevonden? Aan duizenden ouders en leerkrachten werd gevraagd een vragenlijst in te vullen over het gedrag van kinderen. Daaruit bleek dat 30 à 40 % van de jongens als te druk wordt beschreven. Er is dus een enorm verschil tussen die 1 of 3 % ADHD-kinderen en die 30 of 40 % die te druk wordt gevonden. Nochtans krijgen in de Verenigde Staten in sommige scholen 40 % van de leerlingen ritalin voorgeschreven! Dit hoeft geen verdere commentaar.

Het eerste wat dus moet gebeuren is een grondige observatie van het kind over een periode van enkele weken en in verschillende situaties zodat vastgesteld kan worden of dat kind inderdaad een ADHD-kind is. Ik heb ongeveer drie weken nodig om die diagnose te kunnen stellen. Dat een huisarts een voorschrift voor ritalin verstrekt, na een gesprekje van 10 minuten met de moeder, is absoluut onverantwoord. Onlangs had ik een jongen van 13 jaar in behandeling die al jaren ritalin moest slikken. De ouders waren gescheiden, maar hadden geen ruzie met elkaar. Toen de moeder voor haar werk zes weken naar het buitenland moest, verbleef hij bij zijn vader. De vader vroeg mijn advies want hij was tegen het medicijngebruik. Ik stelde voor zijn zoon  gedurende die zes weken geen ritalin te geven, Een  van mijn assistenten observeerde deze jongen gedurende acht uur in totaal, thuis, op school, op de sportclub. Zelf had ik een gesprek met deze jongen en maakte met hem een lange wandeling in de stad. Onze conclusie was dat van ADHD absoluut geen sprake was. Van de diverse criteria was er geen een die bij benadering gold voor het gedrag van deze jongen, ook niet na weken zonder ritalin. Mijn rapport ging naar de moeder toen ze terug in het land was. Zij was echter zo in de greep van het medisch circuit dat na korte tijd haar zoon opnieuw ritalin moest slikken. Als de ouder de specialist genoeg onder druk zet, wordt het voorschrift blijkbaar toch geschreven. Anders kan ik dit niet verklaren.


We moeten dus een onderscheid maken tussen de aanpak van drukke kinderen en kinderen die echt ADHD  hebben. Wat de eerste groep betreft moeten de ouders en de leerkrachten goede adviezen krijgen en gedurende enkele weken goed ondersteund worden in de toepassing ervan. Ik kan hier verwijzen naar bovengenoemd boek: 'Zorgenkinderen: Omgaan met opvoedingsproblemen', maar ik geef hier alvast enkele ideeën. Eerst en vooral moet de ouder of de leerkracht precies omschrijven wat het probleemgedrag is (wat wordt bedoeld met druk gedrag? Wat doet het kind dan precies?). Daarna houdt hij gedurende een tiental dagen een lijstje bij waarop wordt genoteerd hoe vaak dat gedrag voorkomt, in welke situaties, op welk uur en hoe lang het duurt. Heel nuttig is ook bij te houden wanneer, bij wie en waar het kind niet druk is. Op grond van dat lijstje wordt bepaald wat nu het eerst aangepakt moet worden. Wat kan een eerste stap zijn in de goede richting? Dit eerste stapje bijvoorbeeld is dat hij na het opstaan binnen drie minuten onder de douche staat. Daarover worden heel duidelijke afspraken gemaakt met het kind. Die afspraak krijgt de vorm van een beloningssysteem. Dit wil zeggen dat in plaats van het kind te straffen als het zich door andere dingen laat afleiden en te druk is, of in plaats van te roepen en te schelden op het kind, geeft de ouder of leerkracht nu vooral aandacht als het kind een poging doet om zich aan de afspraak te houden. De beloning kan bijvoorbeeld zijn dat als het kind binnen drie minuten onder de douche staat hij een stickertje krijgt en als hij 10 stickertjes heeft verdiend volgt iets leuks. Ander voorbeeld: als het kind 10 minuten rustig heeft gewerkt of gespeeld, dat het dan 10 minuten zich buiten mag ontspannen. Dan heeft dat kind meteen ook de nodige beweging.

Wat de echte ADHD-kinderen betreft (let op: slechts 1 of 3 % van de kinderen!) kan ik hier niet uitvoerig ingaan op de behandeling. In principe worden dezelfde principes toegepast als bij de aanpak van de drukke kinderen, maar er wordt een heel systematisch plan van aanpak opgesteld in overleg met een gedragsdeskundige. Die aanpak vergt namelijk zoveel inzet van de ouders of leerkrachten dat ze van heel nabij begeleid en ondersteund moeten worden. Ook moeten de ouders hulp krijgen in de vorm van tijdelijke opvang van de kinderen (een paar middagen bijvoorbeeld), zodat de ouders tot rust kunnen komen. Een remedial teacher op de school kan de leerkracht ondersteunen door deze echt drukke kinderen regelmatig bij zich te nemen en te begeleiden. Het ideaal zou zijn dat op onze scholen de klassen niet groter zouden zijn dan 20 leerlingen zodat de leerkrachten nooit meer dan één ADHD kind of een gedragsgestoord kind in de klas hebben (dit kan gemakkelijk en zonder extra kosten gerealiseerd worden als het buitengewoon onderwijs wordt afgeschaft en 2/3 van de ambtenaren van het Ministerie van Onderwijs, de Stedelijke Onderwijsdiensten en de Schoolbegeleidingsdiensten als leerkrachten worden aangesteld).

Het beroep van leerkracht vereist sociale betrokkenheid. Sommige kinderen hebben meer nodig dan onderwijs in de klas. Veel gedragsproblemen zouden verdwijnen als de leerkracht bij die kinderen regelmatig op huisbezoek gaat, niet om de ouders te bekritiseren, maar als steungever die met veel warmte en liefde de ouders goede raad geeft. Wat kan je nu beter doen: thuis met een biertje te liggen staren naar de tv, of in je vrije tijd je inzetten voor de medemensen? Het is juist fijn dat je als leerkracht zoiets kunt doen.

Of zouden we durven stellen dat door het groot aantal vrouwelijke leerkrachten er nu meer gedragsproblemen zijn bij de leerlingen dan vroeger toen de leerkrachten vooral mannen waren? Betekent dit misschien dat er nu minder gelegenheid is om na de lesuren nog iets extra's te doen voor de leerlingen of om de ouders te bezoeken, omdat de vrouwelijke leerkrachten snel naar huis moeten om voor hun eigen kinderen te zorgen en het eten klaar te maken? Hebben vrouwelijke leerkrachten misschien minder geduld met drukke kinderen of reageren ze zelf op zodanige manier dat ze verkeerde modellen zijn voor die leerlingen? Stralen zij minder gezag uit bij de jongens? Reageren ze te emotioneel of hysterisch op probleemgedrag? Wie zal het zeggen? Het is misschien beter politiek correct te blijven denken en dit soort boosaardige veronderstellingen weg te moffelen. De politiek eist dat vrouwen evenredig vertegenwoordigd zijn in het kabinet, in topposities, enzovoort. Maar ik zou willen eisen dat mannen evenredig vertegenwoordigd zijn in het onderwijs, dan hebben de jongens ook goede rolmodellen (wat voor niet-westerse allochtonen wellicht uitermate gunstig zou zijn).

Verder pleit ik al twintig jaar voor het vestigen van de jeugdhulpverlening op scholen, zodat de jeugdhulpverleners in directe samenwerking met de leerkrachten de passende begeleiding kunnen geven aan de moeilijkste leerlingen. Ten slotte lijkt het mij voor een gezonde persoonlijkheidsontwikkeling van alle kinderen belangrijk dat in het schoolprogramma minder eenzijdig nadruk komt te liggen op intellectueel en rationeel presteren, zodat kinderen met andere talenten ook kansen krijgen. Er zijn kinderen die moeten bewegen om te kunnen denken en om zich te kunnen concentreren: als de school hier rekening mee houdt geven we kinderen als Gillian Lynne een kans hun eigen creatieve talenten maximaal te ontplooien.


5. Samenvatting van een uitzending op de BBC over het gebruik van ritalin bij ADHD (12 november 2007) Mijn stellingname over ritalin en ADHD veschenen in mijn boek Zorgenkinderen uit 2001 wordt hier vrijwel letterlijk bevestigd.

Ongeveer 1/2 miljoen kinderen in de UK hebben ADHD (rusteloos, beperkte aandachtspanne, veel kans om te mislukken op school en in de gevangenis terecht te komen); 55.000 van hen worden behandeld met medicatie, velen jarenlang. Men heeft het over de ritalin-generatie; sommigen vragen zich af of we deze kinderen daardoor niet verwaarloosd hebben.

Craig 14 jaar oud, moet naar de jeugdrechtbank omdat hij drie leerkrachten heeft aangevallen. De stiefvader meent dat er een kans is dat hij naar een gesloten instelling moet; dat zal hem schade toebrengen. Volgens de stiefvader kan Craig kan daar niet mee omgaan. Misschien zal hij zelfmoord plegen.

Hij neemt al medicatie sinds de kleutertijd. Dat had weinig en soms helemaal geen effect (hij heeft heel frequent woede-aanvallen).

Dr. Peter Jensen had het in een interview in 2000 over het beste onderzoek ooit over het gebruik van ritalin. Dit onderzoek toonde toen 'onomstotelijk' aan dat ritalin veel effectiever was dan gedragstherapie (MTA study over 600 kinderen).

Sinds die studie wordt ritalin 3 keer meer voorgeschreven in de UK; in 2006 kregen 55.000 kinderen door de huisarts ritalin voorgeschreven. Dit kost jaarlijks 28 miljoen pounds aan de Ziektekostenverzekering of 42 miljoen Euro.

In 2007 werd onderzocht hoe het nu verder is gegaan met die 600 kinderen uit de MTA studie (*)? Prof. William Pelham, university of Buffalo: tot verrassing van de onderzoekers constateerden ze een signifante vertraging in de groei (lengte, gewicht) + geen gunstige effecten op hun gedrag (“none”). De gunstige effecten werden dus overdreven. De risico’s van de medicatie zijn niet kleiner dan de gunstige effecten, zoals men oorspronkelijk dacht.

Prof. Pelham: er is geen indicatie dat op de lange termijn medicatie beter is dan niets doen. Op de korte termijn gedragen ze zich beter, op de langere termijn niet. De ouders moeten dit duidelijk weten. "There is no evidence that it helps them; it’s simple as that”.

Sommige kinderen van de ritalin-generatie hebben dit voor zichzelf bedacht en stopten met de medicatie. Jasha is sinds zes maanden gestopt met ritalin. Zij voelt zich nu veel gelukkiger. Een jaar geleden kreeg ze vaak woede-aanvallen. Op vierjarige leeftijd werd de diagnose ADHD gesteld. Haar vader had het gezin verlaten toen ze nog een baby was. Zij had een moeilijke relatie met haar moeder. Haar probleemgedrag was: pesten, automutilatie, drugs,... Door de medicatie voelde ze zich ‘not me’.

De psychiater die probeerde haar van haar medicatie af te helpen, werd door collega’s beschuldigd dat hij haar behandeling weigert, dat hij zijn job niet goed doet. “Ik vroeg me af wat deze kinderen deden toen ritalin nog niet bestond en voor dat massale gebruik ervan, wat de ouders toen deden. Er is geen bewijs dat met het gebruik van ritalin onze kinderen zich nu beter gedragen, dat ze nu gelukkiger zijn; integendeel het is juist het tegenovergestelde!

Ook Craig is er niet gelukkiger op geworden. Hij had een moeilijke kleutertijd. Zijn vader had het gezin al verlaten voordat Craig werd geboren. Hij verbleef enige tijd in een pleeggezin. Zijn moeder zegt dat ze toen depressief was en dat zij geen steun had tijdens de zwangerschap (“It was a bad pregnancy”). Toen Craig vijf jaar oud was kwam de stiefvader in het gezin (hij is er nog steeds en is een ondersteunde vaderfiguur voor Craig) en het zag er wat hoopvoller uit voor het gezin. Craig ging toen naar een lagere school voor kinderen met emotionele en gedragsproblemen. Het was een zeer goede school. Craig kreeg wat meer zelfvertrouwen. Ook met de ouders werd samengewerkt. Craig deed het zelfs een tijdje zonder medicatie. De overgang naar het secundair onderwijs was echter desastreus. Zijn gedrag verslechterde heel snel. Hij leerde er niets. Na de aanval op de leerkrachten gaat hij nu helemaal niet meer naar school. Er is nu alleen nog medicatie. Hij kreeg een nog sterker medicijn, een antipsychotisch medicijn dat normaal slechts bij volwassenen wordt voorgeschreven. Het was bedoeld voor zijn impulsief gedrag, maar het werkte niet. Hij deed aan automutilatie, was depressief, had suïcidale neigingen. Het antipsychotisch medicijn kan bij volwassenen ernstige bijwerkingen hebben, zoals slapeloosheid, diabetes, zelfs hersenbeschadiging. Toch krijgen 8000 kinderen in de UK dit voorgeschreven voor hun gedragsproblemen. Dit komt omdat de artsen ouders en kinderen die in moeilijke omstandigheden verkeren niet op een andere manier kunnen helpen.

Prof. William Felham: organiseert zomerkampen voor deze kinderen samen met een training voor ouders. De kinderen leren bijvoorbeeld sociale vaardigheden tijdens sportactiviteiten, Voor de ouders passende opvoedingsvaardigheden. Zijn team gaat ook naar de school om de leerkrachten nieuwe methoden aan te leren. De resultaten hiervan zijn positief.

Dr. Kim Kendall (Royal College of Psychiatrics): door de MTA studie heeft men te veel vertrouwen gekregen in medicatie en psychologische behandeling werd dan ook genegeerd. Hij pleit voor comprehensieve aanpak met onder andere oudertrainingen. Maar deze trainingen zijn niet beschikbaar. Bij kanker zouden we zo iets niet accepteren.

Na dit programma  was er een Help Line voor ouders die vragen hierover hadden. De kijkers werd verzocht nu geen drastische maatregelen te nemen maar eerst te overleggen met een expert.

Persoonlijke opmerking: met de 42 miljoen die alle behandelingen met ritalin kosten, kunnen meer effectieve orthopedagogische behandelingsmethoden opgestart worden.

Na het schrijven van onderstaand artikel kwam een andere gedachte in mij op: ik heb dertig jaar geleden een jonge vrouw gekend die als adolescente een spontaan en vrolijk meisje was, heel sociaal en populair. Door omstandigheden werd ze thuis heel opstandig, in zo erge mate dat haar vader haar in de psychiatrie liet opnemen. Ik heb haar toen in die kliniek bezocht en ik schrok me dood: ze zat helemaal onder de medicijnen en haar hoofd was opgezwollen. Sedert die tijd is zij een apathische, slome vrouw geworden. Nu zit ze in een begeleid kamerproject van de psychiatrie, ze heeft nooit meer gewerkt, ziet er uit als een oude vrouw en is nog steeds even apathisch, Wat zou van haar zijn geworden als zij niet in de psychiatrie was terecht gekomen?

Ik vraag me af hoeveel vrouwen op die manier door psychiaters werden en nog worden behandeld. Werd ooit onderzocht wat de effecten zijn van zware medicatie met psychofarmaca op jonge leeftijd en als bevestigd zou worden dat hier een ramp heeft plaatsgevonden zullen de Mengele's van deze tijd ooit aangeklaagd worden? Psychiaters kan ik het volgende artikel aanbevelen: http://www.wilsoncenter.org/index.cfm?fuseaction=wq.essay&essay_id=400008


Zie ook de  film "Elle s'appelle Sabine" van Sandrine Bonnaire over haar autistisch zusje dat hetzelfde heeft meegemaakt.


 

===================================================

(*)

J Am Acad Child Adolesc Psychiatry. 2007 Aug ;46 (8):989-1002 17667478 

3-Year Follow-up of the NIMH MTA Study.

[My paper] Peter Jensen , L Arnold , James Swanson , Benedetto Vitiello , Howard Abikoff , Laurence Greenhill , Lily Hechtman , Stephen Hinshaw , William Pelham , Karen Wells , C Conners , Glen Elliott , Jeffery Epstein , Betsy Hoza , John March , Brooke Molina , Jeffrey Newcorn , Joanne Severe , Timothy Wigal , Robert Gibbons , Kwan Hur

OBJECTIVE:: In the intent-to-treat analysis of the Multimodal Treatment Study of Children With ADHD (MTA), the effects of medication management (MedMgt), behavior therapy (Beh), their combination (Comb), and usual community care (CC) differed at 14 and 24 months due to superiority of treatments that used the MTA medication algorithm (Comb+MedMgt) over those that did not (Beh+CC). This report examines 36-month outcomes, 2 years after treatment by the study ended. METHOD:: For primary outcome measures (attention-deficit/hyperactivity disorder [ADHD] and oppositional defiant disorder [ODD] symptoms, social skills, reading scores, impairment, and diagnostic status), mixed-effects regression models and orthogonal contrasts examined 36-month outcomes. RESULTS:: At 3 years, 485 of the original 579 subjects (83.8%) participated in the follow-up, now at ages 10 to 13 years, (mean 11.9 years). In contrast to the significant advantage of MedMgt+Comb over Beh+CC for ADHD symptoms at 14 and 24 months, treatment groups did not differ significantly on any measure at 36 months. The percentage of children taking medication >50% of the time changed between 14 and 36 months across the initial treatment groups: Beh significantly increased (14% to 45%), MedMed+Comb significantly decreased (91% to 71%), and CC remained constant (60%-62%). Regardless of their treatment use changes, all of the groups showed symptom improvement over baseline. Notably, initial symptom severity, sex (male), comorbidity, public assistance, and parental psychopathology (ADHD) did not moderate children's 36-month treatment responses, but these factors predicted worse outcomes over 36 months, regardless of original treatment assignment. CONCLUSIONS:: By 36 months, the earlier advantage of having had 14 months of the medication algorithm was no longer apparent, possibly due to age-related decline in ADHD symptoms, changes in medication management intensity, starting or stopping medications altogether, or other factors not yet evaluated.



TERUG NAAAR OVERZICHT


HOME