Goed onderwijs voor immigrantenkinderen

prof.dr. Juliaan van Acker, 1 september 2013

Feiten: Onze scholen zijn voor een aantal kinderen met een niet-westerse achtergrond niet erg geschikt. Voor die kinderen is de school een plek waar ze te veel mislukkingen ervaren, met als uiteindelijk resultaat dat in het middelbaar onderwijs ze voortijdig uitvallen. De immigrantenkinderen zijn oververtegenwoordigd bij diegenen die nooit een diploma behalen. Ook in het speciaal onderwijs zijn ze oververtegenwoordigd. 

We mogen echter niet vergeten dat de meerderheid van de immigrantenkinderen het wel goed doet op school en elk jaar kiezen er meer en meer voor het hoger onderwijs.

Verklaring: de schuld van deze gebrekkige resultaten bij een niet geringe minderheid moet niet worden gezocht bij de ouders of bij de kinderen. Kinderen van immigranten zijn niet dommer dan andere kinderen. Zij hebben evenveel talenten. Wat voor sommige immigrantenkinderen het erg moeilijk maakt om goede schoolresultaten te behalen is het volgende:

- hun moeder heeft geen of een lage opleiding gehad. De ouders spreken niet of nauwelijks Nederlands. Hun kinderen hebben ook in hun eigen taal een gebrekkige woordenschat.

- thuis werden ze als peuter onvoldoende intellectueel gestimuleerd: in vergelijking met andere kinderen hebben ze thuis nooit gepuzzeld, gekleurd of getekend en ze hebben niet het speelgoed gehad dat hen intellectueel prikkelt.

- stil zitten, geconcentreerd met iets bezig zijn, discipline hebben ze thuis niet geleerd, de ouders hebben geen verhaaltjes voorgelezen.

- de ouders komen uit een autoritaire cultuur waar een kritische houding en persoonlijk initiatief niet altijd gewaardeerd worden. Dit maakt aanpassing aan een democratische hightech-samenleving er niet eenvoudiger op. Om in onze samenleving te kunnen slagen, moet je creatief zijn, persoonlijk initiatief durven te nemen en beschikken over een flinke dosis aanpassingsvermogen.

Deze kinderen lopen daarom het risico een grote ontwikkelingsachterstand te hebben opgebouwd als ze op vierjarige leeftijd naar de kleuterschool gaan. Ze zien elke dag kinderen om hen heen die het veel beter doen. Gevoelens van minderwaardigheid en frustraties liggen op de loer. Dat kan al vroeg leiden tot agressieve uitingen en zo komen deze kinderen in een vicieuze cirkel terecht. Het mag een wonder heten dat de meeste immigrantenkinderen het toch goed doen in ons onderwijs: dat toont overduidelijk aan dat zij evenveel talenten hebben als andere kinderen, dat hun ouders het beste voorhebben met de kinderen, dat onze leerkrachten flink hun best doen om deze kinderen zo goed mogelijk op te vangen en dat de immigranten en hun leiders alles in het werk stellen om de integratie te bevorderen. Optimisme is dus verantwoord en diegenen die er anders over denken kunnen we best de mond snoeren door de beperkte groep immigrantenkinderen waarmee het fout loopt, op een passende manier toch betere kansen te geven. Hoe dat kan wordt hieronder beschreven.

Visie: het allerbelangrijkste is dat deze kinderen vanaf de eerste kleuterklas  succeservaringen opdoen. Dit betekent dat het onderwijs moet aansluiten bij wat ze al kennen en bij hun specifieke talenten. Elk kind heeft eigen talenten en interesses. De leerkracht moet dit als uitgangspunt nemen voor de activiteiten en het onderwijs, zodat elk kind ergens in kan excelleren.

De klas is vooral voor deze kinderen een zeer onnatuurlijke situatie: vooraan staat een blanke juf die hun taal niet spreekt, er wordt van de kinderen verwacht dat ze lange tijd stil zitten, dat ze aandachtig luisteren, dat ze zich ergens op concentreren, dat ze andere kinderen met rust laten,... Dit zijn allemaal vaardigheden die voor jonge kinderen volkomen onnatuurlijk zijn. Dit betekent dat in de klassen voldoende aandacht moet worden geschonken aan het ‘leren’ van deze sociale vaardigheden. Wat in de meeste scholen als vanzelfsprekend wordt gevonden (omdat de leerlingen thuis al die vaardigheden hebben geleerd), moet bij deze kinderen met oneindig veel geduld aangeleerd worden. Dit vergt bijzondere vaardigheden van de leerkrachten die in staat moeten zijn sociaal wenselijk gedrag op een systematische en positieve manier aan te leren (dus niet via straf en andere repressieve maatregelen, want dat brengt deze kinderen in de eerder genoemde vicieuze cirkel).

Eveneens zeer belangrijk is dat de school hoge verwachtingen heeft van de leerlingen. Uit internationaal onderzoek blijkt dat de beste scholen in Finland zijn te vinden en dat komt vooral omdat de Finse leerkrachten van de leerlingen verwachten dat ze heel goed presteren. Dit geldt ook voor enkele scholen in Helsinki met vrijwel uitsluitend immigrantenkinderen: men kijkt niet naar de achtergrond van de leerlingen, want dat leidt maar tot vooroordelen. Het is contraproductief om steeds maar te verwijzen naar de achterstandswijken waar deze kinderen wonen of naar de arme gezinnen waarin ze opgroeien. Medelijden helpt deze kinderen niet. Het is beter om gewoon van hen te eisen ‘dat ze hun hersenen gebruiken’!

Hoe dit in praktijk brengen

1. de leerkrachten mogen niet aan hun lot worden overgelaten. Op basis van wat zij in de klas met hun kinderen ervaren moeten zij de juiste begeleiding krijgen zodat zij hun leerlingen succeservaringen leren op te doen en zodat zij weten om te gaan met onwenselijk gedrag.

2. de ouders moeten zoveel mogelijk betrokken worden bij wat er op school gebeurt. De school moet voor de ouders een plek zijn waar ze zich altijd welkom voelen en waar ze om advies kunnen vragen. Onderzoek heeft herhaaldelijk aangetoond dat een goede samenwerking tussen de school en de ouders een zeer gunstig effect heeft op de schoolresultaten en op het gedrag van de kinderen.

3. Er moet een sterke focus gelegd worden op lesgeven en leren. Dat is trouwens de opdracht van de school.

4. De schoolcultuur moet positief zijn, dus geen repressief klimaat, maar het accent ligt op het wij-gevoel: leerkrachten, de leerlingen en hun ouders zijn samen trots op hun school en helpen elkaar om een goede sfeer te creëren. Dit kan het best gestimuleerd worden door een ‘netwerk van solidariteit’: dit is een netwerk van personen die zich vrijwillig inzetten voor het onderwijs aan deze kinderen (naschoolse opvang, bijlessen, huiswerkbegeleiding, ondersteuning van de ouders, organiseren van vrijetijdsbesteding voor de kinderen,...).

De uitwerking van deze principes is te vinden in mijn boek: ‘De gerespecteerde leerkracht: professioneel omgaan met probleemgedrag’ uitgeverij Ministrando, 2013 (LINK: klik op afbeelding in rechterkolom).

Meer informatie?

e-mail: juliaan.vanacker@gmail.com

gsm: 00 32 (0)496 105399

MEER OVER  ONDERWIJS

HOME