https://www.ministrando.org/sitemap.xml.gz

De puinhoop van het onderwijs in het Midden-Oosten en Afrika

Op mondiale schaal is het aantal kinderen dat naar school gaat in enkele decennia tijd flink gestegen: in 1970 ging 28 procent van de kinderen niet naar de basisschool, in 2016 is dit gezakt naar 9 procent. Dit laatste betekent wel dat er nog steeds 63 miljoen kinderen zijn die geen enkele scholing genieten. Tweehonderdmiljoen kinderen gaan niet naar het middelbaar onderwijs. In de rijke landen gaat 96 procent van de kinderen naar het middelbaar onderwijs. In arme landen is dit slechts 35 procent. De gunstige mondiale gemiddelden zijn voornamelijk het gevolg van de ontwikkelingen in China, waardoor een vertekend beeld kan ontstaan van bijvoorbeeld de situatie in zwart Afrika en Latijns-Amerika.

Salarissen niet uitbetaald

Ondanks de mondiale daling van het aantal kinderen met geen of nauwelijks opleiding, is in het Midden-Oosten en Afrika de onderwijssituatie belabberd. We mogen ons niet blindstaren op de kleine groep rijke Afrikanen en Arabieren die hun kinderen naar het buitenland sturen en die dure business-opleidingen volgen. Die lieden zijn al te vaak rijk geworden met het geld dat zij van hun volk hebben gestolen. In Kongo bijvoorbeeld zijn er vaak langdurige stakingen, omdat de salarissen van de leerkrachten niet worden uitbetaald. Dat geld is gestolen door Kongolezen om hun luxeleven in Brussel of Parijs te kunnen bekostigen.

images

In een studie uitgevoerd in Oost-Afrika bleek dat driekwart van de leerlingen van het derde jaar lager onderwijs een simpele zin als ’De naam van de hond is Kees’ niet kunnen lezen. In ontwikkelingslanden is 11 tot 30 procent van de leerkrachten gewoonweg afwezig. In Oeganda is dit zelfs 60 procent. In Zuid-Afrika ligt bij 80 procent van de onderwijzers de kennis van rekenen onder het niveau van een twaalfjarige.

Opleiding van meisjes

Voor meisjes is de situatie nog rampzaliger. Hun kans om helemaal geen onderwijs te volgen, is tweemaal hoger dan bij jongens. Slechts een klein percentage volgt middelbaar onderwijs. Zelfs als ze de lagere school gevolgd hebben, kunnen ze nauwelijks lezen en rekenen. Nochtans is de opleiding van meisjes hèt middel om de bevolkingsexplosie in die landen tegen te gaan en de kinderen van moeders die een beetje onderwijs hebben genoten, lopen minder kans om ondervoed te raken en vroegtijdig te sterven.

Minstens drie generaties

Welke conclusies kunnen we hieruit trekken? De meest dramatische is dat het minstens drie generaties zal duren vooraleer een begin gemaakt kan worden met de ontwikkeling van Afrika en het Midden-Oosten. Vooralsnog zijn er geen tekenen dat stappen gezet worden in de goede richting. Dit betekent ook dat het heel onverstandig is om in die landen te investeren, wegens het ontbreken van geschoolde mensen. 

Zoals in ons verleden de massa is geëmancipeerd dank zij de pastoor, de notaris en de onderwijzer, alsook dank zij de broeders en de nonnen die in het onderwijs werkzaam waren, heeft Afrika mensen nodig die zich volledig willen inzetten voor het onderwijs en in hun gemeenschap een voorbeeld zijn die anderen in de goede richting inspireren. Wie zal zich hiervoor inzetten? Er zijn twee opties: ofwel herkolonisatie, ofwel zullen goed opgeleide allochtonen terugkeren naar de landen van herkomst om die landen op te bouwen. Wordt geen van deze opties gerealiseerd, dan zal de vreselijke ellende in die gebieden voortduren. De harde conclusie is dat wie zich om humanitaire redenen verzet tegen herkolonisatie, mede verantwoordelijk is voor misdaden tegen de menselijkheid.

Een andere conclusie is dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat deze landen uit eigen kracht uit de puinhoop zullen komen. Net zoals iemand die verdrinkt zichzelf niet bij de haren uit het water kan trekken.

De koloniale periode

Toen ik in 1966 drie jaar had gewerkt als pedagoog in Kongo, zag ik dat zes jaar na de onafhankelijkheid het fantastisch werk van de Belgen in hun kolonie op het gebied van onderwijs, ziekenzorg en infrastructuur aan het instorten was. Ik zag ook dat ontwikkelingshulp geen enkele zin heeft als geen prioriteit wordt gegeven aan het basis- en secondair onderwijs. Zestig jaar later is de situatie in Afrika en het Midden-Oosten onhoudbaar geworden. We moeten het heil niet verwachten van internationale organisaties, want die kunnen niet buiten de politiek-correcte lijnen denken. Bovendien heb ik in mijn loopbaan geleerd dat de overheid zich het liefst niet inhoudelijk moet bemoeien met alles wat met opvoeding en onderwijs te maken heeft. Opvoeding en onderwijs is namelijk afhankelijk van enthousiaste mensen die op eigen initiatief kunnen handelen en van stichtingen die deze mensen weten te verenigen. Had ik toen geweten wat ik nu weet, zou ik in Kongo zijn gebleven.

Het tragische is dat de oplossing om een einde te maken aan deze puinhoop niet benoemd mag worden, want dan krijg je het verwijt een neo-kolonialist of zelfs een fascist te zijn. Ik laat het aan de lezer over om zelf een oplossing te bedenken.

(voor de statische gegevens heb ik mij gebaseerd op een supplement van The Economist July 7th 2018 en op onderzoek van het CGD, Centre for Global Development)

andere teksten:



   © Juliaan Van Acker 2024