Richtlijnen bij gijzelneming
1. Als er in de school een alarmsysteem is om de autoriteiten te waarschuwen zonder dat sirenes afgaan of een belsignaal wordt gegeven, wordt dit onmiddellijk in werking gesteld. Als ook de leerkrachten hiermee gewaarschuwd kunnen worden, wordt het signaal gegeven dat er gevaar is en dat men ter plekke moet blijven tot nader orde. De gordijnen worden dichtgemaakt en de deuren gesloten van alle lokalen waar niets aan de hand is, zodat de gijzelnemer niet kan zien waar zich nog mensen bevinden om te gijzelen.
Indien de gijzelneming wordt opgemerkt door een personeelslid, dan gaat hij naar een ander lokaal om de directie op te bellen; gaat het om een gijzelneming in het kantoor van de directeur, dan wordt in een ander lokaal de politie opgebeld.
2. Maak zo mogelijk een korte evaluatie van de situatie: hoeveel gijzelnemers zijn er? Welke wapens hebben zij bij zich? Hoe gedragen zij zich? Lijkt onderhandelen een optie?
3. De directeur of zijn vervanger belt de politie op. Hij zorgt dat er een plattegrond van het schoolgebouw klaarligt zodat de politie dit onmiddellijk bij aankomst kan raadplegen. Hij geeft aan welke de meest geschikte ingang is om het schoolgebouw te betreden zonder gezien te worden door de gijzelnemer. Hij zegt ook aan de politie de naam van diegene die hen zal opwachten. Indien nodig wordt afgesproken waar die persoon even buiten de school de politie zal ontmoeten.
Iemand wordt aangeduid om continu contact met de politie te onderhouden om nieuwe ontwikkelingen onmiddellijk te kunnen melden.
4. De directeur blijft zo kalm mogelijk en vraagt aan anderen kalm te blijven om de spanning niet nog meer te verhogen.
5. Als er al contact is met de gijzelnemer voordat de politie aankomt, probeer hem aan de praat te houden om tijd te winnen. Probeer te weten te komen wat zijn bedoelingen zijn. Beloof hem niets dat u niet kunt waarmaken, maar zeg dat u dat zult onderzoeken en zult nagaan om zo snel mogelijk te antwoorden. Probeer zo betrouwbaar en geloofwaardig mogelijk over te komen.
6. Niemand moet proberen de held uit te hangen. Intimideren of bedreigen van de gijzelnemer is volstrekt uit den boze. Wie zich bevindt bij de gijzelnemer moet proberen een redelijke afstand te bewaren, de handen goed zichtbaar te houden en geen abrupte bewegingen te maken. Op heel voorzichtige wijze kan aan de gijzelnemer gevraagd worden het wapen te overhandigen en ermee te stoppen (dat lukt soms vreemd genoeg!), maar wees beducht voor de onverwachte manier waarop hij het wapen aanbiedt. Kijk uit naar een mogelijke vluchtweg voor het geval dat het ergste zich voordoet.
7. Het stafpersoneel zal de gijzelnemer zo goed mogelijk isoleren door de volgende acties:
- zoveel mogelijk leerlingen en stafleden laten ontsnappen;
- er zorg voor dragen dat niemand nog binnen de gevarenzone kan komen;
- andere klassen mondeling op de hoogte stellen en evacueren;
- alle alarmbellen afzetten;
- geen bewegingen meer toelaten in de omgeving rond de gijzelnemer;
- aan iedereen verzoeken de gsm niet te gebruiken;
- leerlingen en leerkrachten die zich nog binnen bevinden verzoeken van de ramen weg te blijven en de deuren te sluiten
8. Het crisisteam samenroepen. Dit team helpt op verzoek de politie bij evacuatieplannen en bij het onder controle houden van de situatie.
9. Het onderhandelen met de gijzelnemer overlaten aan de politie.
10. De dossiers van de leerlingen worden ter beschikking gehouden.
11. Als het gaat om één leerling die wordt gegijzeld dan houden zijn leerkrachten, vrienden, zijn broers of zussen die ook op de school zitten, zich ter beschikking van de politie.
OVERZICHT