Dit is een uittreksel uit ‚De gerespecteerde leerkracht’ blz. 19-22
Twee groepen leerlingen bij wie niets lijkt te helpen
Eerst wil ik ingaan op die leerlingen, zoals Dirk en Rowdy, bij wie de gebruikelijke opvoedings methoden niet lijken te werken. Technieken of principes die bij de meeste leerlingen tot een goed resultaat leiden, leveren bij hen niets op. Regels, hoe duidelijk ook herhaald, hebben op hen geen effect. Sancties helpen hooguit eventjes. Aandacht voor de schaarse momenten waar het goed gaat, wordt gevolgd door weerspannigheid en ordeverstoring. Dat is erg frustrerend voor de leerkracht. Zij kan zich persoonlijk aangevallen voelen. Zij kan de moeilijkheid om het gedrag van die leerling te veranderen wijten aan zijn onwil.
Er worden heel wat stoornissen bij kinderen en adolescenten onderscheiden. Hier ga ik niet op in omdat, zoals hierboven gezegd, labels niets oplossen. Voor leerkrachten is het belangrijk de twee belangrijkste groepen te onderscheiden van leerlingen die echte probleemleerlingen kunnen worden waarbij niets lijkt te helpen:
1. leerlingen met een moeilijk temperament
2. verwaarloosde, mishandelde en/of slecht opgevoede leerlingen
1. Leerlingen met een moeilijk temperament: ongeveer vijf procent van de kinderen wordt met een moeilijk temperament geboren. Op school wordt dit snel zichtbaar: ze zijn impulsief, dit wil zeggen dat ze niet op hun beurt kunnen wachten, dat ze direct doen wat in hen opkomt. Ze kunnen zich moeilijk concentreren en ze zijn erg druk. Ze hebben een onregelmatig biologisch ritme waardoor hun eet- en slaappatroon nogal grillig is.
De ouders hebben met deze kinderen meestal al heel wat meegemaakt. Het waren huilbaby’s die overdag sliepen en ‘s nachts de buren wakker hielden, vooral als de ouders in een gehorig rijtjeshuis wonen. Ze moeten constant in de gaten worden gehouden. Ze vernielen alles wat ze in handen krijgen. Ze zijn ongezeglijk. Als de ouders ook nog eens relatieproblemen hebben, schulden hebben of onder stress staan, is de kans om door te slaan erg groot. In deze omstandigheden lopen kinderen met een moeilijk temperament een groot risico om mishandeld te worden. Dit kan in de beste gezinnen gebeuren, bij ouders die altijd de beste intenties met hun kinderen hebben gehad.
De biologische kenmerken van deze kinderen maken het erg moeilijk om hen gedrag aan te leren of om discipline bij te brengen. Ze leren ook niet van straf. Straf helpt misschien eventjes, maar tien minuten later of de volgende dag beginnen de problemen weer van voren af aan. Dit proces wordt op school nog versterkt doordat de klas in feite een heel onnatuurlijke situatie is: een twintigtal kinderen of pubers zitten in een kleine ruimte samen en ze moeten uren stilzitten en luisteren. Die hebben allemaal hun eigen persoonlijkheid en sommigen zouden veel liever ergens anders zijn. Kinderen willen vrij zijn, vooral dan vrij van al die bemoeizuchtige volwassenen. Dat het toch meestal rustig is in de klassen kunnen we als een soort wonder beschouwen. Dat getuigt van de professionaliteit van de leerkrachten.
In een klas zitten echter één à drie leerlingen die absoluut niet kunnen stilzitten en voor wie langdurig geconcentreerd werken een onmogelijke opgave is. Die temperamentvolle kinderen moeten hun energie ergens kwijt, die moeten kunnen rondlopen, die verdragen geen beperkingen.
Al die energie kan een voordeel zijn. Mits in goede banen geleid worden deze kinderen creatieve, dynamische persoonlijkheiden. Leonardo da Vinci, Mozart, Einstein zouden nu adhd-kinderen genoemd worden. Gelukkig bestond die label toen nog niet en waren er geen medicijnen. Gelukkig hadden zij opvoeders die hun creativiteit een kans hebben gegeven.
Meestal is een moeilijk temperament een nadeel. Je zou maar zo’n leerling in je klas hebben. Die ene leerling slorpt alle energie op en niets lijkt te helpen. In dit boek wil ik de leerkracht op weg helpen om ook die leerlingen de beste kansen te kunnen geven.
2. Verwaarloosde, mishandelde en/of slecht opgevoede leerlingen: er zijn leerlingen die naar school komen nadat ze ‘s ochtends thuis al veel nare dingen hebben meegemaakt, die hun ouders zagen ruzie maken, die geen ontbijt hebben gehad, die geslagen werden. Als er op de school honderd meisjes zijn dan zijn er minstens drie die de vorige avond met angst naar hun bedje zijn gegaan omdat zij vreesden dat hun vader of oudere broer die nacht hen zal komen verkrachten. Landelijk gezien zijn dat ongeveer tienduizend meisjes tussen acht en vijftien jaar die gisterenavond met die vreselijk angst zijn gaan slapen. Als ze ouder zijn dan vijftien jaar, dan lopen ze meestal van huis weg.
In een school waar ik aan de leerkrachten een training gaf, volgde een groep zigeunermeisjes uit een nabijgelegen woonwagenpark de lessen. Die meiden kwamen hongerig naar school en sommigen waren doodmoe omdat zij ‘s nachts in de prostitutie hadden gewerkt. Een lerares bracht boterkoeken voor hen mee en ze kregen koffie.
Nu kan je natuurlijk als leerkracht zeggen dat dit niet jouw verantwoordelijkheid is, dat je geen therapeut bent en geen maatschappelijk werker, dat je er bent om les te geven en dat het belang van de groep voorgaat. Het zijn de ouders die ervoor moeten zorgen dat hun kinderen in goede omstandigheden naar school kunnen gaan. Als je als leerkracht ook al ontbijt en koffie moet geven, waar begin je aan? Straks zit de kantine vol met Roma’s uit Roemenië.
Net zoals bij de eerste groep zitten we hier met de vraag wat haalbaar is voor de leerkrachten en op welke wijze ze met deze leerlingen professioneel kunnen omgaan. Dit probleem wordt erg moeilijk als er leerlingen zijn die hun frustraties en spanningen komen afreageren op school. Ze kunnen heel prikkelbaar binnenkomen in de klas en bij de minste opmerking van de leerkracht slaan ze door.
Marokkaanse en Turkse leerlingen vallen soms op door hun kort lontje. Ik wil hier eerst en vooral sterk benadrukken dat meer dan tachtig procent van de kinderen van niet-westerse immigranten het heel goed doet en zich prima gedraagt zowel op straat als op school. In mijn praktijk kom ik echter in Marokkaanse en Turkse gezinnen waarin de kinderen groot risico lopen totaal ontworteld te geraken. Een onderdrukte, analfabete of nauwelijks opgeleide moeder is de slechtst denkbare opvoeder om kinderen voor te bereiden op onze westerse, complexe en democratische samenleving. Het kunnen best liefdevolle moeders zijn, maar ze weten van toeten noch blazen. De gedwongen, liefdeloze huwelijken leggen een domper op de gezinssfeer. Passend speelgoed om de motoriek te ont- wikkelen ontbreekt. De woordenschat, ook in de eigen taal, is beperkt. Intellectuele stimuli ontbre- ken. In tegenstelling tot andere kinderen hebben deze kinderen thuis nooit een boek gezien, een kleurboekje kennen ze niet, van puzzels hebben ze nog nooit gehoord. Het is aangetoond dat vierjarige kleuters uit de lagere sociale klassen slechts een derde van de woordenschat van andere kinderen kennen. Deze kinderen kunnen zich dan ook moeilijker uitdrukken en wie verbaal minder sterk is neemt makkelijker zijn toevlucht tot agressie om zijn zin te krijgen.
De school heeft voor deze kinderen een belangrijke pedagogische taak. Helaas worden deze kinderen al te vaak verwezen naar het buitengewoon onderwijs. Die Marokkaanse en Turkse kinderen zijn niet dommer dan andere kinderen. Het is ons onderwijssysteem dat niet kan inspelen op hun specifieke behoeften. Deze kinderen lopen, door hun gebrekkige taalkennis en doordat andere cognitieve vaardigheden onvoldoende gestimuleerd werden, elke dag de kans in de klas belachelijk gemaakt te worden, of bekritiseerd voor hun domme fouten. De leerkracht staat hier voor een bijna onmogelijke taak. Een kind dat gedurende de meest gevoelige periode, als peuter en kleuter, onvoldoende werd gestimuleerd zal dit meestal nooit meer inhalen. Dit is te vergelijken met kinderen in Afrika die langdurig ondervoed waren: ook zij zijn voor de rest van hun leven mentaal gehandicapt.
De oplossing ligt uiteraard in stimuleringsprogramma’s voor heel jonge kinderen, ondersteuning van de ouders, emancipatie van de moslimvrouwen, opvoeding in democratische waarden van moslims en een Verlichting van de islam. Hier ga ik niet verder op in omdat dit boek gaat over hoe om te gaan met leerlingen in de basisscholen en in het middelbaar onderwijs.
lees verder in ‚De gerespecteerde leerkracht’
KLIK OP AFBEELDINGEN VOOR MEER INFORMATIE ( mijn twee boeken verschenen in januari 2018):