Inleiding (update februari 2019)
Steeds meer kinderen groeien op in eenoudergezinnen of bij ouders die niet gehuwd zijn: in de VS was dit in 1970 het geval bij ongeveer 10 procent van de kinderen; in 2006 was dit 40 procent. Bij niet-gehuwde ouders leeft de helft samen als het kind wordt geboren en 32 procent leeft apart; bij 10 procent is er geen liefdesrelatie. 80 procent van de niet-gehuwde vaders voelt zich bij de opvoeding van het kind betrokken. Deze betrokkenheid neemt echter in sterke mate af tijdens de daaropvolgende jaren: als het kind vijf jaar oud is, heeft 50 procent van de vaders hun kind de afgelopen maand niet gezien.
Ongehuwde koppels kenmerken zich als volgt: vaker al kinderen op jonge leeftijd (als teenagers), deze ouders zijn vaker zelf niet opgegroeid bij beide biologische ouders, de moeders hebben vaker kinderen van verschillende mannen, ze lijden vaker aan depressiviteit en gebruiken vaker drugs, ze zijn vaker arm en ze zijn vaker zwart of van Latijns-Amerikaanse afkomst. Veel alleenstaande moeders worden armer en hebben vaker gezondheidsklachten.
Slechts 35 procen van de niet-gehuwde koppels zijn na vijf jaar na de geboorte van het kind nog samen. 40 procent van de moeders heeft dan een nieuwe partner en 14 procent heeft ondertussen een kind van een andere partner.
§§§§§§§§§§§§§§§§§
Er zijn veel opvattingen over de gevolgen van scheiding die niet altijd gelden of gewoonweg onjuist zijn. In deze tekst wil ik aangeven met welke factoren we rekening moeten houden om de gevolgen van de scheiding juist in te schatten. Ik hou niet van algemene uitspraken en adviezen. Elk gezin is anders. Elk kind reageert op zijn specifieke manier. We moeten ons heel goed inleven in de concrete dagelijkse situatie om juist te kunnen oordelen.
De scheiding heeft niet alleen gevolgen voor de kinderen. Zo’n ingrijpende gebeurtenis heeft ook effecten op de ouders. Dat is het eerste punt dat ik wil behandelen. Daarna wordt de vraag beantwoord welke effecten de scheiding kan hebben op het kind. Sommige kinderen reageren er vrij goed op. Andere kinderen reageren met ernstig probleemgedrag of ze raken emotioneel helemaal in de war. Wat kan het aanpassingsvermogen van het kind bevorderen en wat maakt het voor het kind extra moeilijk om zich aan te passen aan de nieuw ontstane opvoedingssituatie? Daarna volgt de vraag hoe u als ouder het best kunt omgaan met problemen bij de kinderen ten gevolgen van de scheiding.
Vrijwel alle kinderen die van hun ouders te horen krijgen dat zij uit elkaar zullen gaan hebben het er moeilijk mee. Gelukkig toont heel veel onderzoek aan dat de meeste kinderen twee jaar na de scheiding geen blijvende nadelige gevolgen met zich meeslepen. Dat geldt voor 80 procent van de kinderen van gescheiden ouders; deze kinderen hebben geen gedragsproblemen of emotionele problemen die hen onderscheiden van kinderen die bij hun beide ouders opgroeien. Maar een minderheid van 20 procent heeft na twee jaar wel problemen, terwijl in het algemeen slechts 10 procent van de kinderen gedragsproblemen en emotionele problemen vertonen. Scheiding verhoogt dus het risico op het ontwikkelen van problemen bij kinderen.
Veel mensen denken dat het voor de kinderen beter is dat de ouders scheiden dan dat ze voortdurend overgeleverd zijn aan ruzies, conflicten en spanningen in het gezin. Deze opvatting is naïef en in veel gevallen onjuist. Zo simpel zit het niet in elkaar. Als bijvoorbeeld de scheiding betekent dat er nog meer ruzies en spanningen zijn is het voor de kinderen nog nadeliger. Vrijwel altijd heeft de scheiding tot gevolg dat de moeder er financieel op achteruit gaat (zie verder), maar zij verliest ook veel sociale contacten. Na het huwelijk en als de moeder haar werk opgeeft, zal het gezin vooral contacten hebben met vrienden en kennissen van de vader. Als de moeder de verantwoordelijke wordt voor de opvoeding van de kinderen heeft zij de meeste lasten te dragen. De kinderen gaan tijdens het weekend naar de vader, die met hen de leuke dingen kan doen. De maandag daarop moet de moeder de kinderen op tijd naar school krijgen, controleren of zij hun huiswerk maken, ruzies bijleggen, enzovoort.
Eén feit staat als een paal boven water: de kinderen worden na een scheiding het minst in hun ontwikkeling bedreigd als ze de andere ouder regelmatig kunnen zien en als dit kan geschieden zonder schuldgevoelens tegenover de ouder bij wie het kind woont. Het is dus van groot belang dat ervoor wordt gezorgd dat het kind met beide ouders een loyale relatie kan hebben. De werkelijkheid is helaas veelal anders: 20 procent van de moeders vindt het niet nodig dat de kinderen contact met hun vader behouden. En als kinderen van gescheiden ouders gevraagd wordt of zij het afgelopen jaar hun vader hebben gezien antwoordt 40 procent negatief.
In de meeste gevallen zijn de kinderen beter af bij hun moeder, maar als de moeder contact met de vader belemmert ontstaat voor het kind een risicovolle situatie.
Natuurlijk zijn er vaders die ook goed voor hun kinderen kunnen zorgen. In een tijd van steeds meer tweeverdieners en van een meer gelijkwaardige rolverdeling tussen mannen en vrouwen zouden we mogen verwachten dat meer kinderen dan vroeger na een scheiding bij de vader blijven wonen. In de Verenigde Staten is dit niet het geval: nog steeds leven slechts 3,5 procent van de kinderen van gescheiden ouders bij de vader.
Wat is nu het beste voor het kind? Het zal duidelijk zijn dat algemene adviezen verkeerd kunnen zijn en dat gangbare opvattingen ook tot risicovolle situaties kunnen leiden. Om te weten wat het beste is voor het kind moeten we heel zorgvuldig te werk gaan. Na dertig jaar wetenschappelijk onderzoek en klinische praktijk heb ik niet veel vertrouwen meer in de psychologische en pedagogische wetenschappen. De mens zit veel te ingewikkeld in elkaar om algemene wetmatigheden te kunnen vaststellen die voor de persoon geldig zouden zijn. Daarom heb ik een methode ontwikkeld om vanuit heel concrete observaties in het gewone dagelijkse leven inzicht te verkrijgen in het gedrag van ouders en kinderen. Of liever: ik leer aan hen beter inzicht te verkrijgen, door hen te leren observeren en analyseren, door hen te leren hoe hun problemen zelf op te lossen, en vooral door voor hen een voorbeeld te zijn van iemand die de Ander respecteert, van iemand die zich wil inzetten voor de Ander. Deze invalshoek wordt verderop geïllustreerd aan de hand van enkele uitgewerkte voorbeelden.
Vanuit deze positieve gerichtheid op de Ander en een concrete en nuchtere waarneming van wat er gaande is, komen de meeste ouders ( zo’n 90 procent van de ouders die bij mij komen om advies te vragen) er zelf achter dat de problemen van tijdelijke aard zijn, dat het wel meevalt in het licht van het veel goede dat er ook gebeurt. Op die manier voelen ze zich ondersteund en krijgen ze de kracht om verder te gaan. Het kind voelt dit aan, ervaart dat zijn ouders weer vertrouwen in hem hebben en ook aandacht hebben voor de positieve kwaliteiten van het kind, en dan verdwijnen de problemen als sneeuw onder de zon.
Tien procent van de aangemelde kinderen zijn echter echt problematisch van gedrag. Voor hen is een gespecialiseerde behandeling vereist. Maar ook hier kan ik niets zonder de medewerking van ouders en leerkrachten. Mijn taak is om hen de juiste methoden aan te reiken om het gedrag van hun kind in positieve zin te beïnvloeden en om hen hierin te ondersteunen.
Boek over mijn online adviezen: ’Gek van kinderen’
KLIK OP AFBEELDINGEN VOOR MEER INFORMATIE ( mijn twee boeken verschenen in januari 2018):